Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Stichting de Gelderse Roos
Rechtbank Gelderland, 17 mei 2011
ECLI:NL:RBARN:2011:BQ5588

Werknemer/Stichting de Gelderse Roos

Ontbinding zonder vergoeding wegens verwijtbaarheid werknemer bij het ontstaan van het arbeidsconflict en de mislukte re-integratie

Werknemer (60 jaar) is op 16 april 1978 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) De Gelderse Roos. Laatstelijk was werknemer werkzaam in de functie psycholoog/psychotherapeut. Werknemer was tevens opleider psychotherapie en psychodiagnostiek en voorts aandachtsfunctionaris/coördinator psychodiagnostiek. Het laatstverdiende salaris bedroeg € 4.414,02 bruto per maand exclusief emolumenten op basis van een 28-urige werkweek. Bij brief van 24 juli 2008 heeft De Gelderse Roos aan haar medewerkers een re-organisatie aangekondigd. In een gesprek d.d. 23 november 2009 deelt [de heer X] aan werknemer mee dat hij voornemens is de taak aandachtsfunctionaris/coördinator psychodiagnostiek weg te halen bij werknemer. Op 19 februari 2010 heeft werknemer zich ziek gemeld. Vanaf 8 maart 2010 heeft werknemer voor 50% zijn werkzaamheden op arbeidstherapeutische basis hervat. Op 18 april 2010 heeft werknemer zich weer volledig ziek gemeld. Sindsdien heeft werknemer niet meer gewerkt. Werknemer heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. De Gelderse Roos berust in dat verzoek.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ontbindingsverzoek wordt toegewezen. Met betrekking tot het al dan niet toekennen van een vergoeding aan werknemer en de eventuele hoogte daarvan, acht de kantonrechter van belang enerzijds het ontstaan van het arbeidsconflict tussen De Gelderse Roos en werknemer en anderzijds de gang van zaken met betrekking tot de re-integratie. De kantonrechter is, anders dan werknemer, niet van oordeel dat de kiem van het tussen De Gelderse Roos en werknemer gerezen arbeidsconflict ligt in de door De Gelderse Roos in juli 2008 aangekondigde re-organisatie. De toch niet ongebruikelijke discussie tussen werkgever en werknemer over de invulling van (taken binnen) een functie is, naar het oordeel van de kantonrechter voornamelijk door toedoen van werknemer, vervolgens ontaard in een arbeidsconflict met een (steeds) grote(re) omvang. Het is in beginsel aan een werkgever om de organisatie op de door haar gewenste wijze te organiseren. De Gelderse Roos achtte werknemer klaarblijkelijk minder geschikt voor de functie aandachtsfunctionaris/coördinator psychodiagnostiek. Niet is gebleken dat De Gelderse Roos in redelijkheid niet tot dat inzicht heeft kunnen komen. Werknemer is – zo volgt uit het dossier – niet het gesprek, maar de strijd met De Gelderse Roos aangegaan, heeft iedere suggestie van De Gelderse Roos gezien als een poging om zonder vergoeding afscheid van hem te kunnen nemen en is zijn 'queeste' begonnen om die veronderstelde verborgen agenda van De Gelderse Roos aan te tonen. Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat het ontstaan en escaleren van het arbeidsconflict tussen werknemer en De Gelderse Roos in overwegende mate aan werknemer kan worden verweten. Met betrekking tot de – mislukte – re-integratie oordeelt de kantonrechter dat werknemer een overwegend verwijt treft. Werknemer heeft onvoldoende meegewerkt aan een re-integratie in het eerste spoor en zich ten onrechte, terwijl niet vaststond dat re-integratie in het eerste spoor onmogelijk was, op het standpunt gesteld dat re-integratie in het tweede spoor diende plaats te vinden. Volgt ontbinding zonder vergoeding.