Rechtspraak
werknemer/Stoncor
Werknemer (45 jaar) is op 1 januari 2008 in dienst getreden van Stoncor in de functie van Territory Manager. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Op 18 november 2010 heeft werknemer zijn ontslag ingediend. Per 1 januari 2011 is werknemer bij Betonlook in dienst getreden als Sales Manager Benelux. Volgens werknemer biedt de overstap naar Betonlook voor hem een duidelijke positieverbetering. Betonlook biedt hem de kans een nieuwe stap te maken in een salesomgeving in een voor zijn gehoor betere werkomgeving, waarin hij (anders dan bij Stoncor) niet langer aan extreme geluiden is blootgesteld. Werknemer betwist dat de overgang naar Betonlook een overtreding van het concurrentiebeding betekent. Kort samengevat stelt werknemer zich op het standpunt dat het werkterrein van beide bedrijven zodanig verschilt dat zij niet elkaars concurrenten genoemd kunnen worden. Hierdoor ontbreekt ook het belang voor Stoncor om hem aan het concurrentiebeding te houden. Werknemer vordert primair schorsing van het concurrentiebeding als zijnde onredelijk bezwarend. Subsidiair vordert hij omzetting van het concurrentiebeding in een nader overeen te komen relatiebeding. In reconventie vordert Stoncor betaling van verbeurde boetes wegens overtreding van het concurrentiebeding.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Wat partijen verdeeld houdt is de vraag of Stoncor en Betonlook elkaars concurrenten zijn. Stoncor heeft, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter, de kans dat zij schade lijdt dan wel zal gaan lijden door de handelwijze van werknemer, voorshands onvoldoende aannemelijk gemaakt. Stoncor heeft niet gesteld dat werknemer klanten van Stoncor heeft benaderd en Stoncor heeft evenmin concreet gesteld waaruit haar schade zou bestaan c.q. zal gaan bestaan. Gezien de door werknemer gestelde belangen is de voorzieningenrechter voorshands van oordeel dat de belangen van werknemer bij schorsing van het concurrentiebeding zwaarder wegen dan de belangen van Stoncor bij handhaving ervan. Volgt schorsing van het concurrentiebeding.