Rechtspraak
Zippel/werknemer
Werknemer is vanaf 1 april 2010 op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst van Zippel (Duitse vennootschap) in de functie van verkoopagent Benelux. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat Nederlands recht op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Zippel verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. Zippel voert daartoe aan dat werknemer geen cent omzet op de Benelux-markt heeft kunnen boeken en geen eigen initiatief heeft genomen om contact op te nemen met potentiële klanten. Vanwege gebrek aan succes op de Benelux-markt is Zippel genoodzaakt om uit bedrijfseconomische overwegingen de bewerking van de Benelux-markt te staken.
De kantonrechter gaat over tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst en overweegt daartoe als volgt. Het behoort tot de beleidsvrijheid van Zippel om te besluiten niet langer te investeren in de bewerking van de Benelux-markt en dit deel van de markt om bedrijfseconomische redenen af te stoten. De kantonrechter ziet echter wel aanleiding een vergoeding toe te kennen. Het behoort weliswaar tot de beleidsvrijheid van de werkgever om te besluiten een bepaald deel van de markt af te stoten, maar dat betekent niet dat de gevolgen daarvan zonder meer op de werknemer afgewenteld kunnen worden. De omstandigheid dat de sedert 1 april 2010 ondernomen activiteiten in de Benelux nog niet hebben geleid tot het realiseren van enige omzet, dient niet voor rekening van werknemer te komen. Hierbij acht de kantonrechter van belang dat tijdens de mondelinge behandeling door de raadsman van Zippel uitdrukkelijk is bevestigd dat Zippel werknemer geen enkel verwijt (meer) maakt van het uitblijven van enige omzet op de Benelux-markt. Voorts is het de kantonrechter genoegzaam gebleken dat aan het ontbindingsverzoek geen bedrijfseconomische redenen ten grondslag liggen in die zin dat gelet op de financiële situatie van Zippel tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst gekomen dient te worden. Het betreft in casu een door Zippel gemaakte kosten-batenanalyse die haar heeft doen besluiten de Benelux-markt niet langer vanuit Nederland te bewerken. Tot slot acht de kantonrechter de wijze waarop Zippel getracht heeft tot een einde van de arbeidsovereenkomst te komen, van belang voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding. Zippel is weliswaar een Duitse werkgever, maar zij had zich dienen te realiseren dat de door haar gevolgde handelwijze (in ieder geval) naar Nederlands recht niet door de beugel kan. Ter zake hiervan is haar wel degelijk een verwijt te maken. De kantonrechter acht het billijk een vergoeding toe te kennen van € 7.640 bruto.