Rechtspraak
werknemer/Derksen c.s.
Werknemer is sinds 6 april 2009 in dienst van Derksen. Op 20 juli 2009 overkomt werknemer een arbeidsongeval op een bouwplaats. Werknemer loopt op een dakplaat die onder hem breekt, waardoor hij tien meter naar beneden valt, op een betonnen vloer. Werknemer stelt Derksen aansprakelijk voor de schade. Tevens worden opdrachtgever AVB, hoofdaannemer Unimonta en schadeverzekeraar Achmea aansprakelijk gesteld. In de onderhavige deelgeschilprocedure verzoekt werknemer de kantonrechter een beslissing te nemen over de schuldvraag met betrekking tot het bedrijfsongeval. Derksen voert onder meer aan dat het verzoek van werknemer zich niet leent voor een deelgeschilprocedure en dat zij geen zeggenschap had over het project waaraan werknemer ten tijde van het ongeval werkte.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De omstandigheid dat – zoals onweersproken in het onderhavige geval aan de orde – geen noemenswaardige onderhandelingen zijn gevoerd, staat niet zonder meer in de weg aan toegang tot een deelgeschilprocedure. Het ligt naar het oordeel van de kantonrechter echter wel op de weg van de werknemer om – voordat wordt geconcludeerd dat de wederpartijen ‘niets doen of willen’ en het deelgeschil aanhangig wordt gemaakt – de naar zijn oordeel aansprakelijke partijen in kaart te brengen, deze partijen aan te schrijven en te trachten onderhandelingen met de partijen op gang te brengen. Met Achmea, Unimonta en AVB is door werknemer niet onderhandeld. Tussen Derksen en werknemer is wel een begin gemaakt met het voeren van onderhandelingen, maar veel documenten zijn nog niet uitgewisseld, wat aan werknemer te wijten is. Voor een deelgeschil is vereist dat aannemelijk is dat de beslissing kan bijdragen aan een vaststellingsovereenkomst. Van belang daarbij is dat onderhandelingen tussen partijen zijn aangevangen. Nu het werknemer te verwijten is dat de onderhandelingen niet zijn aangevangen, wordt de vordering afgewezen.