Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Aveco
Rechtbank Overijssel, 29 juni 2011
ECLI:NL:RBALM:2011:BQ9740

werknemer/Aveco

Indexatie pensioenaanspraken afgewezen. Wijziging pensioenrechten ‘slapers’. Discrepantie tussen nog actieve deelnemers aan pensioenvoorziening en ‘slapers’ en gepensioneerden

Werknemer is op 1 april 1966 in dienst getreden bij (de rechtsvoorgangers van) Aveco. In 1991 is werknemer arbeidsongeschikt geworden en sinds 16 december 1992 heeft hij een WAO-uitkering ontvangen op basis van 80-100%. Per 12 maart 2003 is de arbeidsovereenkomst beëindigd. Werknemer vordert zijn aanspraken op basis van het pensioenreglement van 1 januari 1987 te indexeren. Werknemer stelt nimmer te hebben ingestemd met wijziging van het pensioenreglement.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Van belang is dat werknemer vanaf de datum van ingang van zijn WAO-uitkering vrijstelling verkreeg van premiebetaling op zijn polis vanwege zijn arbeidsongeschiktheid gedurende de looptijd van zijn pensioen opbouw. Werknemer heeft wel 'doorgewerkt' bij Aveco tegen 20% loonwaarde tot maart 2003, maar er heeft door werknemer geen premieafdracht voor pensioenopbouw meer plaatsgevonden vanaf de ingang van de WAO-uitkering. Er is derhalve ook geen nieuwe pensioenpolis voor werknemer opgesteld en dat zal de reden zijn dat werknemer niet of onvoldoende is geïnformeerd over de nieuwe pensioenreglementen die na 1993 zijn gaan gelden voor de werknemers bij Aveco. Of dit van belang is, hangt af van de beantwoording van de vraag of pensioenrechten van gepensioneerden of van personen die daarmee gelijk zijn te stellen, zoals arbeidsongeschikten of diegenen die op basis van een afvloeiingsregeling ontslagen worden, maar recht blijven houden op een premievrije voortzetting van pensioenopbouw bij werkloosheid, de zogenoemde 'slapers', gewijzigd kunnen worden.

Werknemer is sedert zijn arbeidsongeschiktheid werkzaam gebleven bij (de rechtsvoorganger van) Aveco. Werknemer is steeds lid gebleven van FNV Bondgenoten. Aan te nemen valt dat werknemer nog gebonden was aan de afspraken ingevolge de cao gemaakt binnen de organisatie van Aveco met betrekking tot de gewijzigde pensioenreglementen, ook al was hij daarbinnen werkzaam op basis van een loonwaarde van 20%. Die pensioenreglementen bevatten een voorwaardelijke indexering. Echter, ook als er geen gebondenheid met de cao meer zou bestaan, acht de kantonrechter het in redelijkheid aanvaardbaar dat er wijzigingen plaatsvinden ten aanzien van in het vooruitzicht gestelde toeslagen in zwaarwegende omstandigheden. De huidige pensioenuitvoerder Zwitserleven heeft bericht dat het depot nihil is en dat er ook geen toekomstige indexaties van de aanspraken meer volgen. De door werknemer gevorderde bijstortingen door Aveco om te kunnen komen tot bekostiging van de indexeringen, kunnen naar het oordeel van de kantonrechter ook niet van Aveco worden gevergd. Daarmee zou een discrepantie ontstaan tussen de thans nog actieve deelnemers aan de pensioenvoorziening bij Aveco en de slapers en gepensioneerden. Volgt afwijzing van de vorderingen.