Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/CeDo Householding NV
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 12 juli 2011
ECLI:NL:GHSHE:2011:BR1513

werknemer/CeDo Householding NV

Werkgever is aansprakelijk voor schade (afgerukte arm) na ongeval met machine. Ervaring werknemer en niet-oplegging boete wegens ontbreken verwijtbaarheid volgens Arbeidsinspectie, doet aan de reikwijdte van de zorgplicht ex artikel 7:658 BW niets af

Werknemer (46 jaar) is sinds juni 1990 bij CeDo in dienst, laatstelijk in de functie van shiftleader. Op 15 februari 2005 is hem een zeer ernstig bedrijfsongeval overkomen. Tijdens zijn poging om folie te verwijderen uit een bandtransporteur, die in werking was, is de mouw van zijn trui tussen de keerrol en een transportband terecht gekomen, waardoor zijn rechterarm bekneld is geraakt en uiteindelijk volledig is afgerukt. De Arbeidsinspectie heeft een overtreding van artikel 16 van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 jo. artikel 7.5 lid 3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit vastgesteld. Aan CeDo is geen boete opgelegd, omdat, kort gezegd, de Arbeidsinspectie van oordeel was dat CeDo geen verwijt trof, nu voldoende invulling was gegeven aan het arbobeleid en het slachtoffer een ervaren werknemer was, die een toezichthoudende rol vervulde op de werkvloer. Werknemer heeft CeDo aansprakelijk gesteld op grond van primair artikel 7:658 BW en subsidiair artikel 7:611 BW. De kantonrechter heeft geoordeeld dat CeDo geen verwijt valt te maken en de vorderingen van werknemer afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. De werknemer wist dat hij bij een storing de transportband moest stilzetten. Dat hij desondanks zijn arm in de richting van de draaiende delen van de transportband heeft bewogen, is naar het oordeel van het hof te wijten aan het feit dat de werknemer dagelijks omgang had met machines als de onderhavige, aan de hoge werkdruk en aan andere, in het arrest weergegeven omstandigheden. Daaraan doet niet af dat werknemer als shiftleader tevens belast was met veiligheidstaken, aangezien hij daarnaast een groot aantal uitvoerende taken had, waaronder vooral het bewaken van de voortgang van het productieproces en het verhelpen van (kleine) storingen. Naar het oordeel van het hof lag het op de weg van de werkgeefster om te onderzoeken of afdoende preventieve maatregelen mogelijk waren dan wel of een veiliger werking van de machine mogelijk was, bijvoorbeeld door een noodknop of een automatische beveiliging aan te laten brengen. Nu CeDo dat niet heeft gedaan, is zij tekortgeschoten in haar zorgplicht ex artikel 7:658 lid 2 BW.