Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgever/werknemer
Rechtbank Rotterdam, 6 juni 2011
ECLI:NL:RBROT:2011:BR3162

werkgever/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst kapitein wegens dringende reden na op zeer ernstige wijze tekortschieten in functie en laakbaar handelen bij aanvaringsincident. Schromelijk tekortschieten in voorbeeldfunctie

Werknemer is op 1 januari 2000 in dienst getreden van (een rechtsvoorganger van) werkgever, laatstelijk in de functie van kapitein. Op 1 april 2011 is het m.s. Z onder gezag van werknemer vertrokken uit de Finse haven Kokola richting de Verenigde Staten. Op 3 april 2011 had werknemer de wacht. Op 4 april 2011 heeft de Zweedse kustwacht werknemer medegedeeld dat zijn schip mogelijk betrokken was bij een aanvaring met een Zweedse vistrawler. Werknemer heeft geantwoord geen vissersschip van dichtbij te hebben gezien, waarna hij de reis mocht voortzetten. Werknemer heeft het incident, de aanhouding en het onderzoek door de Zweedse kustwacht en het daardoor veroorzaakte tijdverlies in het vaarschema niet aan werkgever gemeld. Nadat door de Nederlandse Inspectie Verkeer en Waterstaat bij werkgever om inlichtingen over mogelijke betrokkenheid zijn gevraagd, heeft werkgever op 5 april 2011 een uitgebreid onderzoek laten instellen. Thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden. Werkgever legt aan het verzoek onder meer ten grondslag dat werknemer een onjuiste afweging heeft gemaakt, door de veiligheid van het schip niet de absolute prioriteit te geven en de voorschriften voor de vaart bij beperkt zicht te negeren. Werknemer heeft er blijk van gegeven de geschiktheid voor de functie van kapitein te ontberen, aangezien hij onder meer veiligheidsvoorschriften heeft geschonden en heeft gelogen tegen de Zweedse kustwacht en de onderzoeker van werkgever. Ook heeft hij het voorval verzwegen voor werkgever.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst is onontkoombaar. Werkgever heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat werknemer als kapitein op zeer ernstige wijze is tekortgeschoten in zijn functie en laakbaar heeft gehandeld. Er is hier geen sprake van menselijke fouten, maar van verschillende keren blijk geven van geen goed zeemanschap. Werknemer heeft, ondanks het zeer beperkte zicht, minstens een half uur niet op de radar gekeken. Op de radar verscheen de plot (met gevaar voor aanvaring) van de vistrawler en 26 minuten later vond de aanvaring plaats. Als werknemer op de radar had gekeken, had er, ondanks dat de echo niet door het automatische systeem is geplot (het automatische plotsysteem functioneerde niet naar behoren), nog actie kunnen worden ondernomen. Werknemer heeft wel de tijd genomen om gedurende 7 minuten te telefoneren. Het verweer dat werknemer de bemanningsleden niet in hun slaap wilde storen met de verplichte scheepshoorn omdat er geen schepen in de buurt waren, dat het automatische plotsysteem niet naar behoren functioneerde en de verwijzing naar de jurisprudentie baat werknemer niet. Uit de stukken blijkt dat er wel degelijk schepen in de buurt waren en juist omdat het automatische plotsysteem niet naar behoren functioneerde, had het op de weg van werknemer gelegen extra goede uitkijk te houden. Met werkgever is de kantonrechter van oordeel dat, gelet op de bevoegdheden en verantwoordelijkheden die verbonden zijn aan de positie van kapitein van een zeeschip (hij is te allen tijde en als enige verantwoordelijk voor de veilige vaart van het schip en de opvarenden), van hem mag worden verwacht dat hij volstrekt en in alle opzichten betrouwbaar en eerlijk is en in dit opzicht een voorbeeldfunctie heeft voor de hele bemanning die op het schip werkzaam is. In het beantwoorden van deze voorbeeldfunctie is werknemer schromelijk tekort geschoten. Volgt ontbinding wegens dringende reden.