Rechtspraak
IMCD/werknemerGerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21 juni 2011
IMCD/werknemer
Werknemer is op 1 oktober 2006 in dienst getreden van IMCD in de functie van Product Manager Coatings. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding overeengekomen. Na opzegging door werknemer is het dienstverband per 31 december 2009 geëindigd. Op 25 januari 2010 heeft werknemer een GmbH opgericht. X BV heeft een belang van 51% in de GmbH. IMCD stelt dat werknemer het concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding heeft overtreden en vordert betaling van de verschuldigd geworden boete. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter is onvoldoende aannemelijk dat de GmbH producten verkoopt of produceert die concurrerend zijn ten opzichte van de producten die IMCD verkoopt of dat concurrentiegevoelige informatie is verstrekt. Tegen dit oordeel keert IMCD zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Werknemer heeft aangevoerd dat het concurrentiebeding tussen partijen zijn geldigheid heeft verloren, omdat dit beding bij verlenging van de arbeidsovereenkomst niet opnieuw is vastgelegd. Gelet op de vaste lijn in de jurisprudentie, waarbij wordt aangenomen dat bij stilzwijgende verlenging een bestaand concurrentiebeding, behoudens bijzondere omstandigheden, zijn gelding behoudt op grond van art. 7:668 BW, verwerpt het hof dit verweer.
Werknemer betwist dat hij het concurrentiebeding heeft overtreden en stelt dat hij zich alleen richt op verkoop van wegenverf en daaraan gerelateerde producten. Tussen partijen staat vast dat verkoop van wegenverf en daaraan gerelateerde producten geen schending van het beding oplevert. Naar het voorlopig oordeel van het hof is onvoldoende komen vast te staan dat werknemer het concurrentiebeding heeft overtreden, behoudens een bij e-mailbericht van 6 juli 2010 uitgebrachte offerte door X BV en de GmbH. Dat de offerte niet door de GmbH is uitgebracht, is onvoldoende gemotiveerd. Het hof oordeelt dat werknemer door het uitbrengen van de offerte het concurrentiebeding heeft overtreden. Dat werknemer of de GmbH betrokken zijn bij andere concurrerende activiteiten is onvoldoende komen vast te staan. De financiële participatie van X BV in de GmbH is onvoldoende om te concluderen dat werknemer via X BV het concurrentiebeding heeft overtreden. Ook is onvoldoende komen vast te staan dat werknemer informatie aan X BV heeft gegeven in strijd met het concurrentiebeding dan wel het geheimhoudingsbeding. Wegens overtreding van het concurrentiebeding door het uitbrengen van de offerte is werknemer een boete verschuldigd van € 10.000,-.
Tot slot zal ook de vordering van IMCD ter zake de opgave van de relaties van IMCD waarmee werknemer en de GmbH contact hebben gezocht en al dan niet zaken hebben gedaan, worden toegewezen. IMCD heeft er belang bij om vast te kunnen stellen of er nadere overtredingen van het concurrentiebeding zijn geweest. Volgt vernietiging van het bestreden vonnis.