Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Louwman
Rechtbank Noord-Nederland, 19 juli 2011
ECLI:NL:RBGRO:2011:BR5044

werknemer/Louwman

Afname van 12% van bedrijfsresultaat garage als gevolg van aanpassing arbeidsduur werknemer niet aannemelijk. Zwaarwegend bedrijfsbelang werkgever ontbreekt

Werknemer is sinds 1997 in dienst van Louwman als automonteur. Werknemer heeft al eerder voor een bepaalde periode één dag per week ouderschapsverlof opgenomen en verzoekt Louwman om aanpassing van zijn arbeidsduur. Louwman weigert het verzoek in te willigen wegens zwaarwegende bedrijfsbelangen. In deze procedure staat de vraag centraal of Louwman het verzoek van werknemer op goede gronden heeft geweigerd.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van artikel 2 lid 1 Wet aanpassing arbeidsduur (WAA) kan een werknemer zijn werkgever vragen om de arbeidsduur aan te passen. Op grond van lid 5 van dat artikel moet de werkgever een dergelijk verzoek inwilligen tenzij zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen zich daartegen verzetten. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat de redenen van de werknemer voor een verzoek om aanpassing van de arbeidsduur niet relevant zijn. Wat die redenen ook zijn, de werkgever zal het verzoek moeten inwilligen, tenzij hij kan wijzen op zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.

Louwman stelt dat de onderneming sinds jaar en dag verlieslatend is en dat er zowel intern als extern niemand is om de uren die vrijkomen op te vullen. Vast staat dat elke monteur per week 2 ADV-uren opbouwt en in de praktijk 38 uur per week werkt. In totaal werken de monteurs nu dus (12 x 38 =) 456 uur per week. Wanneer werknemer één dag per week minder gaat werken, bouwt hij geen ADV-uren meer op. Hierdoor zal hij 32 uur per week gaan werken en dus 6 uur per week minder dan tot nu het geval is. Dit zal leiden tot een krimp van de formatie van de monteurs met 1,32%. Verder houdt Louwman, zo blijkt onder meer uit het uittreksel uit het handelsregister, zich niet alleen bezig met autoreparaties maar verkoopt zij ook nieuwe en gebruikte auto's. Het ligt naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter dan ook niet voor de hand dat wanneer werknemer één dag per week minder gaat werken dit een afname van maar liefst 12% van het bedrijfsresultaat van Louwman tot gevolg zal hebben (zoals Louwman heeft gesteld). Van een zwaarwegend bedrijfsbelang is onvoldoende gebleken.