Naar boven ↑

Rechtspraak

FNV c.s./Delta NV
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 18 augustus 2011
ECLI:NL:RBMID:2011:BR5225

FNV c.s./Delta NV

Onderhandelingen over concept sociaal plan die namens moedermaatschappij zijn gedaan, dienen na faillissement dochter te worden voortgezet

FNV Bondgenoten is actief binnen de bedrijven van Delta NV, waaronder de biodieselfabriek Biovalue. Omdat Biovalue verlieslijdend is, is besloten om de fabriek in juli 2010 te sluiten en te slopen en de werknemers te ontslaan. FNV Bondgenoten heeft gesprekken gevoerd met de (ex-)plantmanager van Biovalue, die in dienst is van Delta NV. Er is een concept sociaal plan opgesteld, het 'Sociaal Plan Delta Biovalue Nederland BV augustus 2010'. De directie heeft besloten het overleg over het concept sociaal plan op te schorten, omdat Biovalue mogelijk verkocht kan worden en de directie het verkoopproces wil afwachten. Op 14 december 2010 is (onder andere) Biovalue failliet verklaard. Delta NV heeft FNV Bondgenoten niet laten weten dat er geen overname-inspanningen meer zouden worden verricht en heeft FNV Bondgenoten niet uitgenodigd om tot een afronding van het sociaal plan te komen. Thans vordert FNV c.s. uitvoering van het sociaal plan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In beginsel is alleen de formele werkgever aan te spreken op een sociaal plan. Met betrekking tot de (ex-)werknemers van Biovalue is niet duidelijk bij welke Biovalue-vennootschap zij in dienst waren. Vast staat wel dat Delta NV niet de werkgever was van de (ex-)werknemers. Om Delta NV zelfstandig te kunnen aanspreken als (groot)moeder moet er sprake zijn van doorbraak van aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad. Voor doorbraak van aansprakelijkheid gelden twee vereisten: er moet sprake zijn van beslissende zeggenschap van moeder over dochter, en daarnaast moet moeder ook een ernstig verwijt te maken vallen. Ten aanzien van de zeggenschap wordt overwogen dat Delta NV volledige, althans overheersende zeggenschap had over Biovalue. FNV c.s. konden de mededelingen/onderhandelingen met betrekking tot het sociaal plan in redelijkheid beschouwen als mededelingen/onderhandelingen namens Delta NV. Gelet op brieven en e-mails was de verwachting van FNV c.s. gerechtvaardigd dat de onderhandelingen over het sociaal plan zouden worden voortgezet indien Biovalue niet zou worden verkocht. Het door Delta NV gedane beroep op overmacht van Biovalue als gevolg van het faillissement slaagt niet. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter werden de onderhandelingen over het sociaal plan gevoerd door, althans namens Delta NV. Niet gezegd kan worden dat als gevolg van het faillissement van Biovalue, er geen mogelijkheid meer was om over het sociaal plan te onderhandelen. De vordering van FNV c.s. behelst het uitvoering geven aan het Sociaal Plan Delta Biovalue Nederland BV augustus 2010, in die zin dat de in het concept genoemde ontslagdatum en de daarmee verbonden data worden aangepast aan de huidige situatie. De voorzieningenrechter is met Delta NV van oordeel dat Delta NV slechts gehouden is tot dooronderhandelen over het sociaal plan. Een vordering tot onverkorte uitvoering van het (concept) sociaal plan, kan niet worden toegewezen nu omtrent dit concept geen volledige overeenstemming bestond. Delta NV zal worden veroordeeld om opnieuw in onderhandeling te treden met FNV Bondgenoten over het Sociaal Plan Delta Biovalue Nederland BV augustus 2010.