Naar boven ↑

Rechtspraak

X/werkgever
Rechtbank Rotterdam, 4 maart 2011
ECLI:NL:RBROT:2011:BS7504

X/werkgever

Wilde staking nadat kraanmachinist als gevolg van een incident ontslag is aangezegd. Werkgever heeft herhaald medegedeeld dat actie onrechtmatig is en dat aan deelnemers staking geen loon over niet-gewerkte uren wordt betaald. Onvoldoende belang vakbond bij verklaring voor recht dat staking rechtmatig was

Werkgever is een containerterminal van de AP Moller-Maersk Group. Op 19 mei 2010 heeft een kraanmachinist bij het lossen niet één, maar twee containers tegelijk opgetild. Hierdoor is de onderste container op het dek van het schip gevallen met (materiële) schade tot gevolg. Op 31 mei 2010 heeft werkgever laten weten in dit incident aanleiding te zien voor ontslag. Werknemers van de ochtendshift waren het hier niet mee eens en hebben het werk op de terminal na de schaft stilgelegd. Op 1 juni 2010 is er door werkgever overleg gevoerd met vertegenwoordigers van FNV Bondgenoten, CNV Vakmensen en met de OR, wat uiteindelijk tot overeenstemming heeft geleid. Afgesproken is dat een onafhankelijke commissie onderzoekt of werkgever in redelijkheid tot het voornemen heeft kunnen komen de arbeidsovereenkomst van werknemer te beëindigen. Om circa 1.30 uur in de nacht van 1 op 2 juni 2010 is het werk hervat. Werkgever heeft aan de deelnemers van de wilde actie kenbaar gemaakt dat hun loon over de niet-gewerkte uren niet wordt uitbetaald. De betrokken 130 werknemers, FNV Bondgenoten en CNV Vakmensen zijn hier niet tegen opgekomen. X, een kleine vakbond, vordert thans een verklaring van werkgever dat de staking rechtmatig was. Aan de vordering wordt ten grondslag gelegd dat in geval van onrechtmatigheid een eventuele aansprakelijkheid voor schade op werknemers drukt en niet op een organiserende vakbond. X stelt verder er belang bij te hebben de rechtspositie van de werknemers bij deze en soortgelijke stakingen te kennen.

De kantonrechter oordeelt dat X onvoldoende belang heeft bij haar vordering. Werkgever heeft namelijk herhaalde malen medegedeeld dat de acties onrechtmatig waren er en geen loon zou worden betaald over niet-gewerkte uren. Ook bij de gevorderde verklaring voor recht dat de actie rechtmatig was, heeft X onvoldoende belang. Dat werknemers er ook bij niet door een vakbond georganiseerde acties belang hebben te weten wat rechtmatig is of niet en dat 'het maken van jurisprudentie' de enige manier is om daarover meer duidelijkheid te krijgen, kan naar het oordeel van de kantonrechter een rechtens te respecteren belang vormen, maar nu X niet duidelijk heeft gemaakt welk achterliggend doel zij met dit rechterlijk oordeel over de (on)rechtmatigheid van de staking nastreeft, kan dit hier evenmin als een voldoende belang worden aangemerkt. De statuten en artikel 3:305a BW verlenen X de bevoegdheid om een gerechtelijke procedure te voeren namens de leden, maar dit laat onverlet dat zonder voldoende belang niemand een rechtsvordering toekomt (artikel 3:303 BW). Artikel 5 ESH doet hieraan niet af. X wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen.