Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting voor Onderwijs op Reformatorische grondslag/werknemer
Rechtbank Gelderland, 7 september 2011
ECLI:NL:RBARN:2011:BS7500

Stichting voor Onderwijs op Reformatorische grondslag/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst. Docent Godsdienst treft een verwijt door zonder medeweten van werkgever de door werkgever betaalde studie te staken. C=0,5

Werknemer (30 jaar) is sinds 2008 in dienst van de Stichting voor Onderwijs op Reformatorische grondslag (hierna: de Stichting) als docent Godsdienst. Werknemer is in 2008 gestart met een opleiding om de tweedegraadsbevoegdheid te halen. In december 2008 is werknemer er, naar achteraf is gebleken, onterecht van beschuldigd pornografische afbeeldingen op zijn telefoon te hebben. Begin januari 2011 heeft werknemer zich ziek gemeld. In gesprekken die daarna volgen, is er regelmatig gesproken over de opleiding van werknemer. De Stichting heeft werknemer gevraagd naar de vorderingen en de studieresultaten. Uiteindelijk geeft werknemer toe dat hij geen studieresultaten heeft gehaald en dat hij in 2009 met de opleiding is gestopt. Thans verzoekt de Stichting ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie.

Omdat een vruchtbare samenwerking in de toekomst is uitgesloten, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Vervolgens is de vraag of werknemer een vergoeding toekomt. De kantonrechter is van oordeel dat werknemer in een veel vroeger stadium al openheid van zaken had moeten geven over het staken van de door de Stichting betaalde studie. Werknemer voert aan dat hij door spanningen werd belemmerd dat te doen. Die spanningen werden opgeroepen door gebeurtenissen op school (het incident met de mobiele telefoon), die werknemer de school aanrekent. De kantonrechter is van oordeel dat werknemer onvoldoende heeft onderbouwd dat hij door spanningen niet in staat was om aan de school te melden dat hij zijn studie had gestaakt. Daar staat tegenover dat de Stichting wellicht in een eerder stadium had kunnen informeren bij werknemer over zijn gesteldheid, nu niet is weersproken dat hij zich vanaf 2008 geregeld heeft ziek gemeld en getracht heeft met zijn leidinggevende te bespreken dat hij spanningen ervoer. Vast staat echter ook dat werknemer niet te rade is gegaan bij de bedrijfsarts of zijn huisarts in verband met zijn spanningen, maar daarin een afwachtende, passieve houding heeft aangenomen. Alles tegen elkaar afwegend treft werknemer een verwijt van de ontstane situatie. Er wordt een vergoeding toegekend van € 2.000 bruto waarbij de C-factor is gesteld op 0,5 (afgerond).