Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/ROCvA
Rechtbank Amsterdam, 11 juli 2011

werkneemster/ROCvA

Het gedurende twaalf jaar op vaste dagen in de week ingeroosterd worden is een tot de arbeidsvoorwaarden behorend recht. Eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarde

Werkneemster is sinds 1993 in dienst van ROCvA als docent. Vanaf 1997 is zij ingeroosterd op de maandag, dinsdag en donderdag. Op de arbeidsovereenkomst is de cao BVE van toepassing. In 2006 heeft een gesprek plaatsgevonden over de uitbreiding van de werkdagen van werkneemster, waarna zij nog steeds op haar vaste dagen wordt ingeroosterd. In 2009 is opnieuw gesproken over een mogelijke uitbreiding van het aantal werkdagen van werkneemster. Bij brief van 12 juli 2009 heeft ROCvA werkneemster bericht dat zij voortaan vier dagen per week zal worden ingezet. Werkneemster is het hier niet mee eens en vordert een verklaring voor recht dat het inroosteren op de drie dagen zoals zij die vanaf 1997 werkte, een arbeidsvoorwaarde is. Zij stelt dat ROCvA deze arbeidsvoorwaarde niet eenzijdig mag wijzigen.

De kantonrechter oordeelt dat het werken op maandag, dinsdag en donderdag een arbeidsvoorwaarde is. Hierbij speelt mee dat werkneemster ook na de uitbreiding van haar uren in 2001 nog steeds op de drie vaste dagen is ingeroosterd. ROCvA heeft deze arbeidsvoorwaarde eenzijdig gewijzigd. De stelling van ROCvA dat zij daartoe op grond van de cao gerechtigd is, faalt, nu in dezelfde cao is bepaald dat partijen andersluidende afspraken kunnen maken. Vastgesteld wordt dat er geen eenzijdig wijzigingsbeding ex artikel 7:613 is overeengekomen. De eenzijdige wijziging wordt derhalve beoordeeld aan de hand van artikel 7:611 BW en de drie stappen uit het arrest Stoof/Mammoet. Voordat beoordeeld kan worden of sprake is van gewijzigde omstandigheden die ROCvA ertoe nopen werkneemster op een vierde dag in te roosteren, heeft de kantonrechter van ROCvA nadere informatie nodig over de verandering in werkneemsters situatie in de periode tussen 2006 en 2009. Ook heeft de kantonrechter nadere inlichtingen nodig om te kunnen beoordelen of aanvaarding redelijkerwijs van werkneemster kan worden gevergd. Werkneemster wordt een nadere toelichting gevraagd over de begeleiding en opvang van haar oudste zoon. Volgt aanhouding van de zaak.