Rechtspraak
werkneemster/werkgever
Werkneemster, 57 jaar, is sinds 1978 in dienst van werkgever. Werkneemster heeft een dubbelfunctie vervuld, namelijk de functie van Hoofd Infectiepreventie en Milieu en Calamiteitencoördinator. Vanwege de uiterst kwetsbare combinatie van deze functies is werkneemster een keuze gegeven tussen de twee functies. Los daarvan is ook een reorganisatie doorgevoerd. Werkneemster heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht, omdat haar geen passende functie is geboden en werkgever zich tijdens het reorganisatieproces niet als goed werkgever heeft gedragen. Dit verzoek is op 14 maart 2011 door de Kantonrechter Amsterdam afgewezen. Op die dag heeft werkneemster zich ziek gemeld. Werkneemster verzoekt wederom de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Ze voert aan dat er nieuwe feiten zijn, namelijk dat haar functie door een samenvoeging met een andere afdeling verder wordt uitgehold, dat zij ziek is door haar werk en dat werkgever weigert de werkinvulling van werkneemster serieus op te pakken.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster is ontvankelijk in haar verzoek, omdat er sprake is van nieuwe feiten. Na het advies van de arboarts om een interventieperiode in acht te nemen, heeft op 14 april 2011 een gesprek over werkhervatting plaatsgevonden. Werkneemster heeft haar werk nadien niet hervat. Er is derhalve sprake van een verandering in omstandigheden, zodat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden.
Ten aanzien van de vergoeding wordt het volgende overwogen. Het samenvoegen van de afdelingen is onvoldoende aannemelijk geworden en het ziek worden van werkneemster kan werkgever niet worden verweten, zodat hierin geen rechtvaardiging te vinden is voor het toekennen van een vergoeding. Blijft over dat een werknemer met een enorme staat van dienst totaal is vastgelopen op de uitvoering van een ook door werkneemster noodzakelijk geoordeelde reorganisatie van haar takenpakket. In zijn gevolgen is dat dramatisch. Rekening houdend met de staat van dienst van werkneemster, met haar leeftijd en de daarbij behorende moeilijke positie op de arbeidsmarkt, haar eenzijdig arbeidsverleden en de omstandigheid dat zij slachtoffer is geworden van zichzelf en de omstandigheden wordt geoordeeld dat een goed werkgever in deze situatie een werknemer enige tijd moet gunnen om zonder directe financiële gevolgen tot zichzelf te komen waarna zij in staat moet worden geacht ander passend werk voor zichzelf te verwerven. Er wordt een billijke vergoeding van € 50.000 bruto toegekend.