Rechtspraak
werknemer/TNT
Werknemer is in dienst van TNT in de functie van Operator Global Transit Hub (GTH). Sinds 2008 zijn er klachten over het functioneren van werknemer omdat hij te veel fouten maakt. In diverse functioneringsgesprekken is hij hierop gewezen. Het eindoordeel van het functioneren in 2010 was onvoldoende, waarna een traject is afgesproken waarbij werknemer intensief bij zijn werkzaamheden wordt begeleid. In februari 2011 functioneert werknemer nog steeds onvoldoende. In april 2011 is werknemer na een emotioneel gesprek over zijn functioneren op non-actief gesteld. Daarna heeft hij zich ziek gemeld. TNT heeft beëindigingsvoorstellen gedaan, die werknemer niet heeft aanvaard. TNT heeft een ontbindingsverzoek ingediend. Thans vordert werknemer wedertewerkstelling, dan wel dat TNT verplicht wordt in gesprek te gaan over een alternatieve functie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. TNT heeft zich als goed werkgever gedragen door voldoende moeite te doen om het functioneren van werknemer dat aantoonbaar al langere tijd niet voldoende was, op niveau te brengen. Er is niet in strijd gehandeld met de cao, omdat uit de cao niet kan worden afgeleid dat een non-actiefstelling altijd vooraf gegaan zou moeten worden door een schorsing. De gevorderde wedertewerkstelling wordt afgewezen. Nu voor TNT vaststaat dat werknemer zijn functie niet meer zal kunnen uitvoeren, ligt het op haar weg om te zoeken naar alternatieven, temeer nu in het verleden al is gesproken over een minder complexe functie. TNT heeft weliswaar aangegeven dat dergelijke alternatieven niet voor handen zijn, maar die stelling is nauwelijks nader onderbouwd, hetgeen wel op haar weg had gelegen. TNT wordt bij wijze van voorlopige voorziening verplicht met werknemer in gesprek te gaan over alternatief werk. De gevorderde dwangsom wordt afgewezen, aangezien er geen aanleiding bestaat te veronderstellen dat TNT niet aan de veroordeling zal voldoen.