Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Amsterdam, 30 maart 2011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU4036

werknemer/werkgever

Arbeidsongeschiktheid onvoldoende komen vast te staan. Aan oordeel verzekeringsarts wordt weinig waarde gehecht, nu het oordeel pas vele maanden later is gegeven en er geen lichamelijk onderzoek heeft plaatsgevonden

Werknemer is sinds 2008 voor onbepaalde tijd in dienst in de functie van lasser/constructiebankmedewerker. Vanaf halverwege 2009 heeft werknemer zich diverse keren ziek gemeld. Nadat werknemer zich in september 2009 wederom ziek heeft gemeld en de bedrijfsarts werknemer op 23 september 2009 arbeidsgeschikt heeft verklaard, verschijnt werknemer niet op het werk voor een gesprek over werkhervatting, waarna de loonbetaling is gestopt. Na verkregen toestemming van UWV WERKbedrijf heeft werkgever de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie tegen 26 februari 2010 opgezegd. Thans beroept werknemer zich op de vernietigbaarheid van de opzegging, nu de opzegging is gedaan tijdens ziekte. Hij beroept zich op een deskundigenoordeel van UWV van 30 maart 2010 waaruit volgt dat werknemer per 23 september 2009 niet in staat was zijn eigen werk te verrichten, maar dat hij wel in staat was rugsparende werkzaamheden te verrichten. Werknemer vordert loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Aan het oordeel van de fysiotherapeut van 23 september 2009 over de rugklachten van werknemer waaruit volgt dat werknemer in staat was zijn werk te verrichten wordt, anders dan werknemer stelt, wel degelijk waarde gehecht. De verzekeringsarts heeft pas vele maanden later een oordeel kunnen geven over de toestand op die dag. Niet valt in te zien dat de fysiotherapeut in dezen minder deskundig zou zijn. Uit het rapport van de verzekeringsarts blijkt verder niet dat werknemer lichamelijk is onderzocht. Voldoende is komen vast te staan dat werknemer vanaf 23 september 2009 arbeidsgeschikt was. Volgt afwijzing van de loonvordering.