Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Amsterdam, 11 maart 2011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU4264

werknemer/werkgever

Ontslag tekstschrijver kennelijk onredelijk. Werkgever heeft zich in de opmaat naar de opzegging niet als goed werkgever gedragen. Immateriële schadevergoeding € 5.000

Werknemer (35 jaar) is sinds 2006 in dienst als tekstschrijver/copywriter. Na verkregen toestemming van UWV WERKbedrijf is de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Werknemer stelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Hij beroept zich op de valse/voorgewende reden, nu er geen financiële noodzaak bestaat hem te ontslaan. Daarnaast beroept hij zich op het gevolgencriterium en strijd met het goed werkgeverschap. Er zijn voor hem geen voorzieningen getroffen om de gevolgen van de opzegging te verzachten. Bovendien heeft werkgever hem weggepest door hem geen opdrachten te geven, hem niet declarabel te doen zijn en zijn aanwezigheid op kantoor te negeren.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Van een valse of voorgewende reden is geen sprake. Door werkgever is voldoende aangetoond dat de onderneming steeds verder is ingekrompen en dat de omzetten zijn gedaald. Met werknemer wordt geoordeeld dat werkgever zich in de opmaat naar de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet als een goed werkgever heeft gedragen. Het ontbreken van enige compensatie daarvoor doet het ontslag kennelijk onredelijk zijn. Uit de door werknemer overgelegde verklaringen van twee oud-directeuren en diverse oud-werknemers is voldoende aannemelijk geworden dat werknemer vanaf het afketsen van de onderhandelingen over een beëindiging van de arbeidsovereenkomst in november 2008, steeds meer werd afgehouden van het verrichten van werkzaamheden. Ook rijst daar het beeld uit dat werknemer veel minder vrijheden kreeg dan zijn directe collega's. Nadat het eerste verzoek tot toestemming voor ontslag was afgewezen, is er een incident geweest waarbij is geweigerd werknemer na een meningsverschil weer toe te laten tot kantoor. Mogelijk droeg werknemers houding daar ook aan bij, maar het getuigt van een weinig professionele en zakelijke houding van werkgever dat interventie van de politie nodig was om werknemer in de gelegenheid te stellen in elk geval zijn persoonlijke eigendommen uit kantoor te halen. Direct na het incident en zes dagen na afwijzing van het eerste verzoek, is een tweede verzoek bij het UWV ingediend. Er is daardoor geen gelegenheid meer geweest om de verhoudingen te laten normaliseren. Er wordt € 5.000 als immateriële schadevergoeding toegekend.