werknemer/ABN Amro Bank NV

Werknemer is sinds 1981 in dienst van (de rechtsvoorganger van) ABN Amro, laatstelijk in de functie van Senior Human resources Business Partner for Group Audit. Op 28 mei 2008 is de COR advies gevraagd over een reorganisatie. Op de reorganisatie is de Employability CAO van toepassing. ABN Amro heeft besloten de functie van werknemer te laten vervallen. Aanvankelijk zou de functie vervallen per 30 juni 2000, maar op verzoek van het Hoofd van Group Audit is deze datum verschoven naar 30 september 2009. Nadat werknemer bezwaar heeft gemaakt tegen de boventalligverklaring, heeft de geschillencommissie geoordeeld dat de boventalligverklaring juist was, maar dat de ingangsdatum willekeurig en daarmee in strijd met het goed werkgeverschap was. Thans vordert werknemer ABN Amro te veroordelen hem te garanderen dat hij onder gelijkluidende voorwaarden tot 65-jarige leeftijd kan blijven werken. Hij stelt dat er (in afwijking van de cao) met de OR is overeengekomen dat die werknemers die op het moment dat zij boventallig werden, reeds 57,5 jaar oud waren de keuze kregen voor ontslagbescherming tot het 65e jaar, dan wel een vroegtijdige vertrekregeling. Met vijf werknemers zijn deze afspraken nagekomen, maar jegens hem (hoewel hij ouder is dan 57,5 jaar) ten onrechte niet.

De kantonrechter volgt niet de stelling van ABN Amro dat de afwijkende afspraak nietig is wegens strijd met de cao (anders dan de geschillencommissie kennelijk heeft gedaan in een overweging ten overvloede). In de cao is bepaald dat werknemers ouder dan 57,5 jaar een passende functie zal worden aangeboden. Daarmee verbiedt de cao niet een andere boventallige werknemer alsnog een baan aan te bieden. Bovendien is er geen sprake van een standaard-cao. Voorts zou het onaanvaardbaar zijn indien ABN Amro een beroep doet op de nietigheid van een door haarzelf met de OR getroffen afspraak, daar waar die afspraak beoogde de OR tot een positief advies te bewegen en de OR dat positieve advies op basis daarvan ook heeft gegeven.

Een baangarantie tot 65-jarige leeftijd is aan de andere vijf werknemers niet gegeven. De afspraken die met deze werknemers zijn gemaakt zijn herplaatsing in een passende functie binnen de businessunit waar zij werkzaam waren, dan wel dat zij aanspraak kunnen maken op een vertrekregeling. Deze afspraken zal ABN Amro ook op werknemer moeten toepassen. Omdat onduidelijk is van welke businessunit sprake is zal ter voorkoming van mogelijke misverstanden in de uitleg van het onderhavige vonnis, een comparitie van partijen plaatsvinden. Volgt aanhouding van de zaak.