Rechtspraak
werkgever/werknemerRechtbank Midden-Nederland, 28 september 2011
werkgever/werknemer
Werknemer (56 jaar) is sinds 1 februari 2011 voor onbepaalde tijd in dienst van werkgever in de functie van senior programmamanager. Hij is aangenomen voor de duur van een project dat tot 2015 duurt. Kort na indiensttreding zijn bezwaren tegen werknemer gerezen en is het project opgeschort. Nu er geen andere functie voor werknemer voorhanden is, verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer stelt dat hij mede gezien zijn leeftijd zijn vaste baan heeft opgezegd onder de voorwaarde dat hij minimaal een contract kreeg voor de volledige duur van het project, minimaal tot 2015. Op het moment van indiensttreding moest werknemer tot zijn verbijstering horen dat het project voor onbepaalde tijd is opgeschort. Hij is in een ander project geplaatst, waardoor hij in het volle zicht van de klant is gedegradeerd, hetgeen zijn positie heeft geschaad. Werknemer vordert een vergoeding die recht doet aan de hem gedane toezeggingen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgever heeft niet in redelijkheid tot de beslissing kunnen komen akkoord te gaan met een andere samenwerkingsvorm, waarmee de functie waarvoor werknemer was aangenomen werd prijsgegeven. Nu er geen andere passende functie voorhanden is, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Een garantie dat werknemer in dienst zou blijven, heeft werkgever niet gegeven. Dat neemt niet weg dat werknemer in beginsel ervan uit mocht gaan dat hij voor de duur van het project werkzaam zou zijn. Gezien het precaire karakter van het project was echter een ontwikkeling als zich heeft voorgedaan een reƫle mogelijkheid waarmee rekening had moeten worden gehouden. Aan werknemer wordt een vergoeding toegekend ter hoogte van het salaris inclusief vakantiegeld dat hij had ontvangen bij voortduring van de arbeidsovereenkomst tot 1 januari 2014.