Young Career/werkneemster

Werkneemster is in 2008 in dienst getreden van Young Career in de functie Adviseur Werving : Selectie. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding overeengekomen. Op 1 juli 2011 is zij in dienst getreden van Alliander als recruiter. Young Career stelt dat werkneemster het relatiebeding heeft overtreden door relaties via twitter en e-mail te benaderen en vordert betaling van de verbeurde boete. Tevens vordert Young Career een verbod op het overtreden van het relatiebeding. Werkneemster betwist dat zij het relatiebeding heeft overtreden. Ze stelt dat het relatiebeding onduidelijk is, met name ten aanzien van wat onder 'zakelijke relaties' moet worden verstaan. Werkneemster heeft onder 'zakelijke contacten' altijd begrepen de zakelijke opdrachtgevers aan wie een werving- en selectiebedrijf iets verkoopt. Dat met 'zakelijke contacten' ook de niet-betalende particuliere kandidaat wordt bedoeld, ligt volgens werkneemster geheel niet voor de hand.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Hoe in een schriftelijk contract de verhouding van partijen is geregeld, dient te worden bepaald aan de hand van de Haviltex-norm. Het relatiebeding verstaat onder zakelijke contacten 'het acquireren in de ruimste zin des woords dan wel het betrokken zijn bij dergelijke acquisities met betrekking tot producten en artikelen dan wel diensten die Young Career in haar assortiment heeft en/of had, dan wel trachten deze te verkopen of daadwerkelijk te verkopen'. Young Career heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het kandidatenbestand van wezenlijk belang is voor Young Career. Bij plaatsing van een kandidaat ontvangt het werving- en selectiebedrijf een vergoeding van de opdrachtgever en op die manier genereert Young Career winst. Het ligt dan ook voor de hand dat Young Career het klantenbestand onder de werking van het relatiebeding heeft willen brengen. Van een onduidelijk relatiebeding is geen sprake. De vraag hoe vaak het relatiebeding is overtreden, dient beantwoord te worden in een bodemprocedure. Gelet op de overgelegde e-mail- en twittercorrespondentie is voldoende aannemelijk dat het relatiebeding in ieder geval eenmaal is overtreden, waarmee werkneemster de overeengekomen boete van € 5000 heeft verbeurd. Ook het gevorderde verbod het relatiebeding te overtreden wordt toegewezen.