Rechtspraak
Apollo Vredestein BV/werknemer
Werknemer is sinds 1990 in dienst van Vredestein. Hij is sinds eind april 2011 niet meer op het werk verschenen. Gebleken is dat werknemer in Osnabrück gedetineerd heeft gezeten in verband met een verdenking van drugssmokkel evenals het exploiteren van een wietkwekerij. Op 21 september 2011 meldt werknemer zich weer bij Vredestein. In het daarop volgende gesprek komt werknemer telkens weer terug op zijn slechte relatie met zijn direct leidinggevende. De uitlatingen van werknemer worden door Vredestein als bedreigend ervaren. Thans verzoekt Vredestein ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Een arbeidsovereenkomst lijkt tot op zekere hoogte op een huwelijk. In ieder geval is de overeenkomst tussen beiden dat als een van beide partijen niet meer verder wil, het geen zin heeft het huwelijk en ook een arbeidsovereenkomst in stand te houden. De verhoudingen zijn dan verstoord. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve ontbonden.
Uit de subtiele bewoordingen van Vredestein wordt opgemaakt dat zij op zichzelf nog wel bereid zouden zijn geweest om werknemer na zijn detentie weer toe te laten tot zijn werk, maar dat het breekpunt is geweest de eigen opstelling van werknemer in het gesprek. Daarin heeft werknemer zijn eigen glazen wellicht ingegooid door zo hoog van de toren te blazen. Het is namelijk in het geheel niet normaal dat een werkgever zijn werknemer na een afwezigheid van zes maanden in verband met detentie zomaar weer toelaat tot zijn werkplek. Veelal zal de werkplek al door een andere werknemer zijn ingenomen en dat is wederom vaak onomkeerbaar. Werknemer heeft bijna geëist dat hij hiërarchisch niet meer onder de leidinggevende zou vallen en die eis en zeker de bewoordingen waarin dat is gedaan heeft Vredestein doen besluiten om een einde aan het dienstverband te laten maken. Vredestein kan van een en ander geen verwijt worden gemaakt.
Volgt ontbinding zonder toekenning van een vergoeding.