Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland, 13 december 2011
ECLI:NL:RBZLY:2011:BU8836

werkneemster/werkgever

Voortzetting arbeidsrelatie na stukgelopen huwelijk met directeur niet meer mogelijk. Opzegging arbeidsovereenkomst zonder getroffen voorzieningen kennelijk onredelijk

Werkneemster (61 jaar) is sinds 1995 als administratief medewerkster in dienst van een makelaarskantoor. Zij was gehuwd met de directeur van de vennootschap. In 2007 is het huwelijk stukgelopen. De directeur is vanaf 2007 zo min mogelijk aanwezig op de vestiging waar werkneemster werkzaam is (op de momenten dat zij werkt). Nadat besloten is deze vestiging te sluiten, is de arbeidsovereenkomst van werkneemster opgezegd. Thans vordert ze schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Zij stelt dat het ontslag samenhangt met het verbreken van het huwelijk en dat er voor haar geen enkele voorziening is getroffen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De verstoorde huwelijksrelatie heeft tot een eveneens verstoorde arbeidsverhouding geleid. Door de sluiting van de vestiging kunnen de ex-echtgenoten de werkzaamheden niet meer gescheiden van elkaar uitvoeren. Thans draagt uitsluitend werkneemster de gevolgen van het stuklopen van (ook) de arbeidsverhouding. Anders dan de vennootschap heeft betoogd is niet van belang dat het om een beperkt dienstverband en dito salaris gaat. De vennootschap heeft geen financiële compensatie geboden om deze gevolgen van de opzegging voor werkneemster ten minste te verzachten. Het fortuin van werkneemster neemt de kennelijke onredelijkheid van de opzegging niet weg en vloeit niet voort uit de opzegging, maar is het gevolg van de verdeling bij de echtscheiding. Werkneemster heeft derhalve recht op schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding worden de leeftijd van werkneemster, de duur van het dienstverband en de geringe kansen op de arbeidsmarkt meegewogen. Terecht is aangevoerd dat de WW-uitkering op de vergoeding in mindering mag worden gebracht. De schadevergoeding wordt vastgesteld op € 10.364.