Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 8 februari 2012
ECLI:NL:RBLEE:2012:BV3587
werknemer/BV Sport
Werknemer is sinds 2000 in dienst van BV Sport. Tot 2010 heeft hij in de functie van sportconsulent gewerkt. Toen deze functie is komen te vervallen, is hij de functie van combinatiefunctionaris gaan bekleden. In september 2010 is werknemer ten behoeve van die functie gestart met een ALO-opleiding. Hij is eind oktober 2010 met de opleiding gestopt. Het ontbindingsverzoek dat BV Sport daarna heeft ingediend vanwege het feit dat werknemer niet over het ALO-diploma beschikt, is afgewezen. In de ontbindingsprocedure werd van belang geacht dat sprake is van een veranderingsproces. Dit betekent dat niet van de ene op de andere dag alle combinatiefunctionarissen van BV Sport in het bezit kunnen zijn van het ALO-diploma. Met de studie is twee à drie jaar gemoeid. Werknemer is dus thans ook werkzaam als combinatiefunctionaris zonder onderwijsbevoegdheid. Hierin zou de komende twee à drie jaar geen verandering zijn gekomen. Daarbij komt dat het diploma slechts vereist is voor een kwart van de werkzaamheden van werknemer. De aangevraagde ontslagvergunning bij UWV WERKbedrijf is vervolgens afgewezen. Ook een tweede ontbindingsverzoek wordt afgewezen. Thans vordert werknemer wedertewerkstelling in de functie van combinatiefunctionaris.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Ten aanzien van de functie-eis is sprake van een veranderingsproces, waarbij niet alle combinatiefunctionarissen van de ene op de andere dag een ALO-diploma kunnen bezitten. Tegen die achtergrond is dan ook een gedoogsituatie met werknemer overeengekomen, inhoudende dat genoemde functie-eis nog niet gesteld kan worden in de periode waarin werknemer met een ALO-opleiding bezig is. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft BV Sport – evenals in de laatste ontbindingsprocedure – onvoldoende onderbouwd dat de gedoogsituatie in het geval van werknemer thans niet kan worden voortgezet. BV Sport had zich moeten inspannen om bij haar opdrachtgevers – de scholen – de specifieke bijzonderheden van de situatie van werknemer aan de orde te stellen, de scholen er daarbij op te wijzen dat werknemer dit najaar met de ALO-opleiding zal starten en of men er tegen die (specifieke) achtergrond bezwaar tegen heeft dat werknemer tot dat moment op de scholen (reeds) actief is als combinatiefunctionaris. Voorts is voldoende aannemelijk dat werknemer slechts een kwart van zijn werktijd bezig is met bewegingsonderwijs waarvoor het ALO-diploma vereist is. Volgt toewijzing van de vordering tot wedertewerkstelling.