Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Coöperatieve Rabobank De Langstraat U.A.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30 november 2011
ECLI:NL:RBBRE:2011:BV3919

werknemer/Coöperatieve Rabobank De Langstraat U.A.

Niet tijdig en nauwkeurig onderzoek naar passendheid functie in kader van re-integratie zieke werknemer door Rabobank De Langstraat. Kennelijk onredelijk ontslag. Toerekening van 1/3 van de schade

Werknemer is sinds 1977 werkzaam binnen de Rabobank-organisatie en is sinds 1999 in dienst van (de rechtsvoorgangster van) Rabobank De Langstraat. In augustus 2007 is werknemer als gevolg van slaapapneu arbeidsongeschikt geraakt. Rabobank De Langstraat is een re-integratietraject gestart. Een deskundige van UWV is in april 2009 tot de conclusie gekomen dat er sprake is van een klachtencontingent handelen in plaats van tijdcontingent. Geoordeeld wordt dat Rabobank De Langstraat onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Er is te lang ingezet op re-integratie in een niet-passende functie en ten onrechte niet op re-integratie in ander werk of re-integratie in het tweede spoor. Na verkregen toestemming is de arbeidsovereenkomst opgezegd. Thans vordert werknemer schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen zijn het erover eens dat de ziekte geen verband houdt met het werk. Nu er feitelijk geen zicht meer is op hervatting van werk, hoeft Rabobank De Langstraat de arbeidsovereenkomst niet te handhaven. Wel heeft te gelden dat op minimale wijze elders binnen de Rabobank-organisatie onderzoek is gedaan naar herplaatsing. Weliswaar is werknemer formeel slechts bij Rabobank De Langstraat in dienst, maar zij maakt deel uit van de veel grotere Rabobankorganisatie. Rabobank De Langstraat had op zoek dienen te gaan naar een andere passende functie. In het kader van de re-integratie is niet tijdig en nauwkeurig onderzoek gedaan naar de passendheid van de functie Bedrijfsadviseur B. Gelet op de leeftijd van werknemer en zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid zal werknemer moeilijk ander passend werk kunnen vinden. Mede in aanmerking genomen dat er geen voorzieningen voor werknemer zijn getroffen, is het ontslag kennelijk onredelijk.

De schadevergoeding wordt op grond van artikel 6:97 BW begroot. Meegewogen wordt dat werknemer zijn schade had moeten beperken door een WW-uitkering aan te vragen. Voorts wordt het vinden van ander passend werk niet onmogelijk geacht. Om die reden zal de kantonrechter ook voor de pensioenschade en de schade die ontstaat door het mislopen van de personeelscondities uitgaan van een periode die in duur beperkt is. Bovendien heeft een arbeidsovereenkomst niet het karakter van een levensverzekering, in die zin dat de voordelen uit een arbeidsovereenkomst in het oneindige gegarandeerd dienen te worden. Niet alleen wordt daarmee miskend dat iedere arbeidsovereenkomst voortijdig kan eindigen, maar ook dat arbeidsvoorwaarden aan wijzigingen onderhevig kunnen zijn. Voorts wordt rekening gehouden met pensioenschade en extra hypotheekschade door het missen van personeelscondities. Alle omstandigheden in aanmerking genomen wordt  1/3 van de schade toegerekend aan Rabobank De Langstraat.  De schadevergoeding wordt vastgesteld op € 50.000.