Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Dienst Landbouwkunding onderzoek/werknemer
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 31 januari 2012
ECLI:NL:RBARN:2012:BV8167

Stichting Dienst Landbouwkunding onderzoek/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst wetenschappelijk onderzoeker na geschil over onderzoeksmeting grondwaterstanden en publicatie van onderzoeksresultaten. Klokkenluidersprocedure. Vergoeding conform neutrale kantonrechtersformule

Werknemer is per 3 maart 1992 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) DLO als wetenschappelijk onderzoeker. Hij heeft onderzoek gedaan naar het meten van grondwaterstanden. Hij stelt dat de metingen in Nederland onzorgvuldig zijn. Dit onderzoeksresultaat (WOT94) is niet direct gepubliceerd. Er is een werkgroep (MIG) ingesteld om nader onderzoek te doen. Werknemer maakte deel uit van MIG, maar heeft zich teruggetrokken omdat hij meende dat hij werd gecensureerd. Op 12 mei 2011 heeft werknemer een klokkenluidersmelding gedaan bij de Commissie Klokkenluiders Gemeentelijke Overheid (hierna: de CKGO). De CKGO heeft geconcludeerd dat de melding van werknemer ongegrond is, omdat geen onregelmatigheden zijn geconstateerd. Thans verzoekt DLO ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voldoende is komen vast te staan dat sprake is van een verstoorde arbeidsrelatie, zodat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Ten aanzien van de vraag of werknemer een vergoeding toekomt, stelt de kantonrechter voorop dat hij bij de beoordeling niet zal treden in de wetenschappelijke discussie over (het meten van) grondwaterstanden. Onweersproken is dat de publicatie van WOT94 eerst is geschied na een veel langere periode dan gebruikelijk is bij vergelijkbare rapporten. Gelet op het oordeel van twee hoogleraren moet worden aangenomen dat de overheid onjuist werd geïnformeerd in de periode dat WOT89 was gepubliceerd en WOT94 niet. DLO had de mogelijkheid het rapport van werknemer e.a. als WOT-rapport te (doen) publiceren. Dat heeft zij na de rapportage van de twee hoogleraren ook gedaan. Dat DLO dat voordien heeft nagelaten omdat zij hoopte dat de onderzoekers enerzijds en WOT/PBL anderzijds tot overeenstemming zouden komen over de tekst van het rapport en ook de belangen van PBL als belangrijke opdrachtgever heeft willen behartigen, is niet onzuiver. Wel kan DLO worden verweten dat zij de impasse die tussen WOT/PBL enerzijds en de onderzoekers anderzijds was ontstaan niet, althans niet tijdig, heeft doorbroken door op eigen verantwoordelijkheid het rapport met de WOT-status te (doen) publiceren. In zoverre is terecht het verwijt van werknemer aan DLO dat een klokkenluidersprocedure nodig was om WOT94 gepubliceerd te krijgen. Anderzijds wordt werknemer verweten dat hij niet heeft deelgenomen aan MIG en hij in december 2010, terwijl hij arbeidsongeschikt thuis zat, de publicatie aan TNO heeft gezonden zonder dat hij DLO daarvan op enig moment in kennis heeft gesteld. Nu zowel DLO als werknemer een verwijt treffen, wordt een vergoeding toegekend conform de neutrale kantonrechtersformule. Werknemer wordt een vergoeding toegekend van (afgerond) € 60.000 bruto.