Naar boven ↑

Rechtspraak

ABN AMRO Bank NV/werknemer
Rechtbank Amsterdam, 31 januari 2012
ECLI:NL:RBAMS:2012:BV7909

ABN AMRO Bank NV/werknemer

Ontbinding arbeidsovereenkomst  boventallige salesman ABN AMRO. Arbeidsmarkttoeslag dient te worden meegerekend voor de vaststelling van stimuleringspremie op grond van ISP-CAO

Werknemer (36 jaar) is sedert 1 juli 2005 in dienst van (een rechtsvoorganger van) ABN AMRO, laatstelijk als salesman. In artikel 5.11 van de CAO Fortis Bank Nederland is een arbeidsmarkttoeslag opgenomen. Na de overgang van Fortis naar ABN AMRO is werknemer vanaf 1 april 2008 werkzaam voor ABN AMRO. Met het oog op de personele gevolgen van de reorganisaties in veel bedrijfsonderdelen van ABN AMRO zijn afspraken daarover vastgelegd in de per 1 maart 2010 geldende ISP-CAO. Op 16 april 2010 is werknemer een arbeidsmarkttoeslag tot 1 april 2011 toegekend. Werknemer is medegedeeld dat hij boventallig is geworden en in het Redeployment Centre zal worden geplaatst. Partijen verschillen van mening over de vraag of de arbeidsmarktoeslag meegeteld dient te worden bij berekening van de stimuleringspremie op grond van de ISP-CAO. De Geschillencommissie heeft geoordeeld dat de arbeidsmarkttoeslag (var) niet meetelt voor de stimuleringspremie. Thans verzoekt ABN AMRO ontbinding van de arbeidsovereenkomst, waarbij werknemer recht heeft op de stimuleringspremie (zonder arbeidsmarkttoeslag) zoals neergelegd in de ISP-CAO.

De kantonrechter oordeelt als volgt. ABN AMRO heeft weliswaar ter onderbouwing van haar standpunt dat de ‘arbeidsmarkttoeslag (var)’ die werknemer ontvangt een tijdelijke toeslag is, verwezen naar de definitie van dit begrip in artikel 5.11 van de Fortis-cao, doch daarmee kon zij niet volstaan. Immers, uit het door haarzelf overgelegde arbitrale vonnis van de Geschillencommissie blijkt dat meerdere medewerkers van Fortis wel een vaste arbeidsmarkttoeslag ontvingen. Daarmee staat vast dat de arbeidsmarkttoeslag zowel in vaste als in tijdelijke vorm voorkwam c.q. voorkomt. Gelet daarop had het op de weg van ABN AMRO gelegen om specifieker onderbouwd de stelling van werknemer te weerleggen dat in zijn geval ook sprake was van een vaste arbeidsmarkttoeslag. De tekst van de ISP-CAO onder artikel IV.5. kan niet zonder meer als helder en uitputtend worden aangemerkt. Een redelijke uitleg van dit artikel leidt dan ook niet zonder meer tot de slotsom dat slechts de vaste (arbeidsmarkt)toeslag meegeteld dient te worden voor de vaststelling van de daar bedoelde stimuleringspremie. Het komt in dit specifieke geval billijk voor om de tot 1 april 2011 aan werknemer betaalde arbeidsmarkttoeslag wel mee te nemen in het kader van de in deze ontbindingsprocedure vast te stellen vergoeding. De vergoeding wordt vastgesteld op € 48.062,82.