X/Kneipp Nederland BV

X is sinds 1999 in dienst van Kneipp. Sinds 2007 is hij statutair bestuurder. Op 27 september 2010 is hij door een medebestuurder uitgenodigd voor de buitengewone vergadering van aandeelhouders op 22 oktober 2010. Voor deze vergadering staat het ontslag van X op de agenda. X heeft aangekondigd niet bij de AVA aanwezig te kunnen zijn. De vergadering heeft op 22 oktober 2010 plaatsgevonden, waarbij X als werknemer en statutair bestuurder op staande voet is ontslagen. De aanleiding voor het ontslag is gelegen in vertrouwensverlies, belangenverstrengeling door werkzaamheden van zijn echtgenote en ‘Parashop (een grote klant in Frankrijk) onregelmatigheden’. X stelt dat het ontslag nietig is, omdat hij niet is gehoord en zijn raadgevende stem niet heeft kunnen uitbrengen. Hij stelt verder dat de opzegging onregelmatig en kennelijk onredelijk is.

De rechtbank oordeelt als volgt. X heeft terecht aangevoerd dat de medebestuurder niet zelfstandig maar ook niet namens de enig aandeelhouder bevoegd was de AVA bijeen te roepen. Dit heeft geen consequenties, omdat in de statuten bepaald is dat in het geval voor de oproep bepaalde voorschriften niet acht zijn genomen, desalniettemin geldige besluiten kunnen worden genomen indien tijdens de betreffende vergadering het gehele kapitaal vertegenwoordigd is en een besluit met algemene stemmen wordt genomen. Kneipp heeft betoogd dat aan die vereisten is voldaan, hetgeen X niet heeft betwist.

Ten aanzien van de hoorplicht wordt overwogen dat de verhindering van de advocaat van X er niet aan in de weg hoefde te staan de geplande AVA doorgang te laten vinden. Kneipp heeft in dat kader terecht gewezen op de mogelijkheid voor X om zelf het woord te doen dan wel een vervanger mee te laten gaan. Toen Kneipp op 12 oktober 2010 toch de mogelijkheid zag de AVA te verzetten naar een datum die door X eerder is voorgesteld, is hierop door X niet adequaat gereageerd. X is voldoende in de gelegenheid gesteld gehoord te worden. De stelling van X dat dat zijn (arbeidsrechtelijke) ontslag op staande voet niet in stand kan blijven faalt. Bij de toetsing van het besluit in vennootschapsrechtelijke zin op strijdigheid met de redelijkheid en billijkheid kunnen arbeidsrechtelijke ontslaggronden waarop het ontslag is gebaseerd geen rol spelen. Van strijd met de redelijkheid en billijkheid is niet gebleken. Werknemer is actief betrokken geweest bij schijntransacties met Parashop, waardoor omzetcijfers kunstmatig werden verhoogd. Aan de onverwijldheidseis is voldaan en er is een dringende reden voor ontslag. Dit betekent dat het ontslag niet kennelijk onredelijk kan zijn. Volgt afwijzing van de vorderingen.