Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer c.s./Stichting VU-VUMC
Rechtbank Amsterdam, 28 maart 2012

werknemer c.s./Stichting VU-VUMC

Eindvonnis. Toewijzing gratificatie arbeidsduuroverschrijding medisch specialisten VUmc. Dat VUmc geen urenregistratie heeft bijgehouden, terwijl dat voor de gratificatie wel van belang was, komt voor haar rekening

Werknemers zijn allen in dienst (geweest) van VUmc als academisch medisch specialist op de afdeling Longziekten. Op hun arbeidsovereenkomsten is van toepassing de CAO Universitair Medische Centra (hierna: cao). Op grond van deze cao kunnen werknemers in aanmerking komen voor een ‘gratificatie arbeidsduuroverschrijding’. De kantonrechter heeft bij tussenvonnis geoordeeld dat uit de tekst van artikel 15 lid 2 van de cao niet valt af te leiden dat sprake zou moeten zijn van concrete opdrachten tot het verrichten van extra werkzaamheden door VUmc aan werknemers om aanspraak te kunnen maken op de gratificatie en heeft een bewijsopdracht gegeven. In hoger beroep tegen dit tussenvonnis is het VUmc grotendeels in het ongelijk gesteld (zie AR 2011-0800). Het hof oordeelde dat binnen het bereik van artikel 15.5 lid 2 ook de situatie valt waarin de gemiddelde arbeidsduur van de academisch medisch specialist in een jaar stelselmatig wordt overschreden door de werkzaamheden die hij moet verrichten om te kunnen voldoen aan de productie-eisen die de werkgever aan hem stelt. Hieraan doet niet af dat de werkgever productieafspraken met de zorgverzekeraars maakt nadat de desbetreffende afdeling van het ziekenhuis heeft aangegeven welke productie haalbaar is bij de bestaande formatie, zoals VUmc heeft gesteld. Het blijft immers uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de werkgever om zodanige productieafspraken met de verzekeraars te maken dat deze productieafspraken met de bestaande formatie kunnen worden uitgevoerd, zonder dat een stelselmatige overschrijding van de gemiddelde arbeidsduur van een of meerdere academisch medisch specialisten daarvan het gevolg is. Het is aan de werkgever om maatregelen te treffen waardoor wordt voorkomen dat de gemiddelde arbeidsduur van de academisch medisch specialist bij de uitoefening van zijn taak structureel wordt overschreden, zoals ook is bepaald in artikel 15.6 lid 6 van de cao betreffende de regeling van de arbeidsduur en werktijden van de academisch medisch specialist.

In het eindvonnis stelt de kantonrechter vast dat het VUmc niet aan deze verplichting heeft voldaan. Met name het feit dat nu niet meer valt na te gaan hoeveel overwerk door artsen is verricht, komt voor haar rekening. Omdat de omvang van het overwerk niet exact kan worden vastgesteld, hebben de artsen hun overwerk voldoende onderbouwd begroot. De loonvorderingen worden toegewezen.

  • Instantie: Rechtbank Amsterdam
  • Datum uitspraak: 28-03-2012
  • Roepnaam: werknemer c.s./Stichting VU-VUMC
  • Zaaknummer: CV09-16043
  • Nummer: AR-2012-0361
  • Onderwerpen: Overige
  • Trefwoorden: eindvonnis, gratificatie en urenregistratie