Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 10 april 2012
ECLI:NL:RBBRE:2012:BW2485
Withagen Techniek BV/werknemer
Werknemer woont in België en werkt in de regel in Nederland (Halsteren). Withagen verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden. In geschil is of de Nederlandse rechter bevoegd is. Werknemer betwist dat hij domicilie heeft gekozen ten kantore van zijn advocaat te Breda. Bovendien zou, als er al sprake is van een domiciliekeuze, deze keuze niet relevant zijn gelet op de uitspraak van het Hof Amsterdam van 27 mei 2008 (LJN BD5905).
De kantonrechter oordeelt als volgt. De bevoegdheid van de Nederlandse rechter moet worden beoordeeld aan de hand van de artikel 18 tot en met 21 EEX-Vo. Krachtens artikel 59 EEX-Vo. dient het gerecht waar de zaak aanhangig is gemaakt zijn interne (nationale) recht toe te passen om vast te stellen waar een partij woonplaats heeft. Van belang is of artikel 59 EEX-Vo. beoogt te verwijzen naar de nationaalrechtelijke bepalingen die de werkelijke woonplaats definiëren, of dat deze nationaalrechtelijke bepalingen ook ruimte bieden om onder ‘woonplaats’ mede te verstaan een gekozen woonplaats, als bedoeld in artikel 1:15 BW, dat wil zeggen een fictieve woonplaats. In het rapport bij het EEX-verdrag wordt over de woonplaats opgemerkt dat het begrip woonplaats in de zin van het verdrag zich niet uitstrekt tot domiciliekeuze, welke handeling leidt tot een fictief domicilie. Aldus volgt uit deze toelichting dat bij de bepaling van de woonplaats als bedoeld in het EEX-verdrag een beding betreffende de woonplaatskeuze buiten beschouwing moet worden gelaten. Artikel 59 EEX-Vo. stemt nagenoeg letterlijk overeen met artikel 52 EEX-verdrag. Dit leidt tot het oordeel dat artikel 59 EEX-Vo. slechts beoogt te verwijzen naar de artikelen 1:10 tot en met 1:14 BW. Een en ander brengt mee dat ook in artikel 20 EEX-Vo. bij bepaling van de woonplaats geen rekening mag worden gehouden met de gekozen woonplaats, vóór het ontstaan van het geschil (Hof Amsterdam 27 mei 2008, LJN BD5905). Werknemer heeft op grond van artikel 59 EEX-Vo. jo. artikel 1:10 BW woonplaats in België en de Nederlandse rechter is derhalve niet bevoegd om van het geschil kennis te nemen.