Rechtspraak
werkgeefster/werkneemster
Werkneemster is sinds 1999 in dienst als storemanager in een filiaal in Haaksbergen. Als gevolg van negatieve resultaten ziet werkgeefster zich genoodzaakt ingrijpende maatregelen te treffen om het voortbestaan veilig te stellen. Een groot deel van de bestaande situatie is volgens werkgeefster terug te voeren op het 'onvoldoende geschikt zijn' van het huidige personeel. Werknemers hebben een test moeten maken, waarmee de persoonlijkheidseigenschappen noodzakelijk voor de benodigde competenties van medewerkers kunnen worden vastgesteld. Aan werkneemster is medegedeeld dat de uitslagen van de test dusdanig waren dat de arbeidsovereenkomst met haar zou worden beƫindigd. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek af. Dat training van werkneemster geen zin zou hebben, is onvoldoende onderbouwd. Het had op de weg van werkgeefster als goed werkgeefster gelegen werkneemster met een dienstverband van ruim twaalf jaar de mogelijkheid te bieden via training of coaching door een andere medewerker die in de ogen van werkgeefster wel goed functioneert of op andere wijze de gelegenheid te bieden de door werkgeefster gevraagde competenties te ontwikkelen en/of te verbeteren. Dit klemt te meer nu werkneemster niet eerder door werkgeefster op haar vermeend niet goed functioneren is aangesproken en alles te maken lijkt te hebben met een bij werkgeefster na 2010 gewijzigd inzicht op het terrein van klantbenadering.