werknemer/werkgever

Werknemer is sinds 2004 in dienst van (een rechtsvoorganger) van werkgever. Hij verricht koeriersdiensten en administratief werk. In maart 2005 is werknemer als gevolg van een burn-out arbeidsongeschikt geraakt. Tot op heden heeft werknemer geen werkzaamheden meer verricht. Thans verzoekt werknemer ontbinding van de arbeidsovereenkomst met C=2 op de grond dat van hem niet kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst als een lege huls te laten voortbestaan.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu de arbeidsovereenkomst tussen partijen geen enkele inhoudelijke betekenis meer heeft, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. In geval van ontbinding na meer dan twee jaar arbeidsongeschiktheid kan van toekenning van een ontbindingsvergoeding slechts in geval van zeer bijzondere omstandigheden sprake zijn. In de onderhavige zaak is van zodanige omstandigheden sprake. Voldoende aannemelijk is dat de burn-out van werknemer mede op zijn arbeidsomstandigheden is terug te voeren. Werknemer moest zijn taken onder grote tijdsdruk verrichten, vaak ook in onbetaalde overuren. De omstandigheden op de werkvloer komen in aanmerking als trigger voor de burn-out. Dat werknemer niet is gere-integreerd, kan werkgever niet worden verweten. Volgt ontbinding onder toekenning van een vergoeding van € 25.000 bruto.