Rechtspraak
X/Restaurant Y BV
X werkt in het restaurant van haar ouders. Na diverse aanvaringen in het restaurant heeft haar vader haar de toegang tot het restaurant ontzegd. Thans stelt X dat zij werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst. Zij heeft een loonvordering ingesteld.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het bepaalde bij artikel 7:610a BW kan hier een uitkomst bieden, omdat niet aan de in dat artikel genoemde eisen is voldaan. Op grond van de overgelegde loonstroken kan niet geoordeeld worden dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, omdat bepaalde gegevens ontbreken. Door het restaurant is aangevoerd dat de geldbedragen slechts een lening betroffen. Het bewijsaanbod van X om zichzelf en haar echtgenoot als getuige te doen horen is onvoldoende concreet. Meegewogen wordt dat het hier om een familieaangelegenheid gaat waarbij de ouders van X haar hebben willen helpen bij haar terugkeer naar Nederland en waarbij X, vooruitlopend op een mogelijke overname van het bedrijf van haar ouders, alvast werkzaamheden in het restaurant heeft verricht. In familierelaties kan niet te snel de conclusie worden getrokken dat sprake is van de voor een arbeidsovereenkomst vereiste gezagsverhouding. Om die arbeidsrechtelijke gezagsverhouding te kunnen vaststellen is meer vereist dan het enkele feit dat X in het restaurant heeft gewerkt en is ingeroosterd.Ā Volgt afwijzing van de vorderingen.