Rechtspraak
werknemers/X Resources B.V.
Drie werknemers – voorheen werkzaam bij Deloitte MKB – hebben met werkgever gesproken over een samenwerkingsverband. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een arbeidsovereenkomst per 1 januari 2009 en een intentieovereenkomst. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen. In de intentieovereenkomst is bepaald dat alle getekende opdrachtorders tussen 1 januari en 1 april 2009 moeten worden beschouwd als ‘ingebrachte relaties van werknemers’. Bij vertrek mogen werknemers deze relaties ‘kosteloos’ meenemen. Alle aangebrachte relaties na 1 april 2009 vallen wel onder het relatiebeding. Deloitte heeft werknemers aanvankelijk gehouden aan hun relatiebeding, met uitzondering van de door werkgever gekochte klantenportefeuille. Werkgever heeft hiervoor een bedrag van € 225.000 betaald aan Deloitte. Werknemers hebben werkgever kenbaar gemaakt dat zij per 1 januari 2010 als zelfstandigen verder willen gaan. Werkgever vordert onder meer dat werknemers inzage geven in welke relaties zijn hebben benaderd na uitdiensttreding. De centrale vraag is of de door werkgever gekochte relaties vallen onder de uitzonderinh van ‘ingebrachte relaties’ uit de intentieovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat dit niet het geval is.
Het hof oordeelt als volgt. Anders dan werknemers bepleiten, volgt uit artikel 3 van de intentieovereenkomst niet dat elke Deloitte-klant onder de uitzonderingsclausule valt. Integendeel, het moet gaan om een klant die met inspanning van werknemers is ingebracht bij werkgever. Daarvan is in de onderhavige situatie geen sprake. Volgt bekrachtiging van het vonnis van de kantonrechter.