werkneemster/werkgever

Op de arbeidsovereenkomst van werkneemster is de grafische cao voor administratief personeel van toepassing. Haar arbeidsovereenkomst is na verkregen toestemming wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Op grond van de cao heeft werkneemster recht op een RFR-uitkering. Centrale vraag is of van werkneemster kan worden gevergd dat zij instemt met het door werkgever gedane voorstel om de in de cao geregelde RFR-uitkering niet ineens, maar in gespreide betaling te laten plaatsvinden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Of van werkneemster gevergd kan worden dat zij instemt met de gespreide betaling, dient te worden beantwoord aan de hand van artikel 7:611 BW. De financieel penibele situatie van werkgever is een wijziging in omstandigheden. Het voorstel om de RFR-uitkering in termijnen te voldoen is redelijk. Aannemelijk is dat bij een uitkering ineens een faillissement onvermijdelijk is en de werkgelegenheid van de overige werknemers teloor gaat. Dat werkneemster er veel belang aan hecht dat de RFR-uitkering in één keer wordt betaald omdat zij zekerheid wenst, is in beginsel alleszins voorstelbaar. Voorts is werkneemster in een echtscheiding verwikkeld en heeft zij, gelet op haar huidige financiële situatie, er belang bij dat de uitkering ineens wordt betaald. Het belang van werkneemster kan echter niet prevelaren boven het belang van werkgever en het gedane redelijke voorstel tot gespreide betaling.