Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 29 augustus 2012
ECLI:NL:RBUTR:2012:BX6115
X/Dr. Oetker Nederland BV
X is per 1 juni 2003 benoemd tot statutair bestuurder van DON, een vennootschap van het Oetker-concern. De enige aandeelhouder van DON, de Duitse vennootschap Dr. Oetker International Beteiligungs GmbH, heeft X per 31 oktober 2011 ontheven uit zijn functie als statutair bestuurder en de arbeidsovereenkomst met DON tegen 30 juni 2012 opgezegd, omdat X onverenigbare functies uitoefent. Het besluit is genomen buiten een algemene vergadering van aandeelhouders (hierna: AVA) en zonder dat X in de gelegenheid is gesteld omtrent die besluitvorming zijn advies aan de aandeelhouder van DON kenbaar te maken. Op 3 november 2011 is X alsnog opgeroepen te verschijnen op 7 november 2011 om alsnog te worden gehoord over het besluit. X heeft aangegeven in verband met zijn vakantie niet in staat te zijn om zijn raadgevende stem deugdelijk voor te bereiden en daartoe juridische bijstand in te schakelen. Tijdens de AVA van 7 november 2011 is X niet verschenen. Het besluit van 13 oktober 2011 is bevestigd. Op 5 december 2011 heeft opnieuw een AVA plaatsgevonden. X heeft toen zijn (negatieve) advies omtrent zijn ontslag als statutair bestuurder en werknemer van DON kenbaar gemaakt. Er is toen een ontslagbesluit genomen, waarvan de geldigheid tussen partijen vaststaat. X vordert voor recht te verklaren dat de eerder genomen ontslagbesluiten nietig zijn.
De rechtbank oordeelt als volgt. Nu X niet in de gelegenheid is gesteld om op 13 oktober 2011 zijn raadgevende stem ten aanzien van het voorgenomen besluit te doen horen, was het toen genomen ontslagbesluit strijdig met (in ieder geval) artikel 2:227 BW en artikel 21 lid 7 van de statuten van DON. Op grond van artikel 2:15 lid 1 aanhef en sub a BW, is het besluit vernietigbaar. Het ontslagbesluit is op 7 november 2011 niet rechtsgeldig bevestigd. Ook toen is X niet in de gelegenheid gesteld zijn raadgevende stem te doen horen. Het was namelijk bekend dat X tot 6 november 2011 met vakantie was en hij heeft laten weten meer tijd nodig te hebben ter voorbereiding van zijn advisering van de AVA en ter inschakeling van juridische bijstand. Geoordeeld wordt dat pas op 5 december 2011 een geldig ontslagbesluit is genomen.