werkgever/werkneemster

Werkneemster is als gevolg van een reorganisatie per 1 januari 2010 boventallig verklaard. Op grond van het sociaal plan is een bemiddelingstraject van 24 maanden gestart om ander werk voor haar te vinden. Vanaf 15 april 2011 is werkneemster arbeidsongeschikt wegens een evenwichtsstoornis. Thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De bemiddelingstermijn van 24 maanden is verlopen en herplaatsing is niet mogelijk gebleken.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Als uitgangspunt geldt dat de regeling, vervat in het sociaal plan, dat is afgesloten met representatieve vakorganisaties, wordt gevolgd (HR 14 juni 2002, JAR 2002/165). Van dit plan kan slechts worden afgeweken indien onverkorte toepassing leidt tot een evident onbillijke uitkomst voor de betrokken werknemer. In dit geval is het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing. De bedrijfsarts heeft in het kader van de re-integratie aangegeven dat er benutbare mogelijkheden waren. Desondanks heeft werkgever geen aanvang gemaakt met de re-integratie. Het verweer dat na herstel een terugkeer in de eigen functie niet mogelijk is faalt, omdat re-integratieverplichtingen tevens inhouden dat de werkgever initiatieven ontplooit om voor de werknemer geschikte werkzaamheden te zoeken, wat kan betekenen dat door herschikking van taken een functie voor de werknemer wordt gecreëerd (vgl. HR 13 december 1991, LJN ZC0448, Goldsteen/Roeland). In dit geval heeft werkneemster niet gedurende twee jaar het bemiddelingstraject op grond van het sociaal plan kunnen volgen. Werkgever niet heeft voldaan aan de re-integratieverplichtingen, die na de ziekmelding in de plaats traden van de bemiddelingsverplichtingen. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.