IDC Group BV/werkneemster

Werkneemster is sinds 2009 in dienst van IDC als administratief medewerkster. Op 17 februari 2011 heeft zij zich ziek gemeld. De bedrijfsarts heeft vastgesteld dat werkneemster niet geschikt is voor eigen of aangepast werk. IDC heeft aangegeven de arbeidsovereenkomst met werkneemster te willen beëindigen. IDC heeft geen vertrouwen meer in werkneemster en het kantoor van ICD is verplaatst van Zwaanshoek naar Ballum te Ameland, waardoor re-integratie niet meer mogelijk is. Na het zwangerschapsverlof van werkneemster heeft de bedrijfsarts op 21 mei 2012 geoordeeld dat werkneemster arbeidsongeschikt is voor het eigen werk en dat er tevens sprake is van een arbeidsconflict. Thans verzoekt IDC ontbinding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat werkneemster sinds 17 februari 2011 volledig arbeidsongeschikt is voor zowel haar eigen werk als voor aangepast werk. IDC heeft al vroeg aangestuurd op beëindiging van de arbeidsovereenkomst, terwijl niet is gebleken dat daar een geldige reden voor was. IDC kan in redelijkheid ook niet volhouden dat werkneemster pogingen om tot re-integratie te komen heeft afgewezen en dat werkneemster een onjuist beeld heeft geschetst van haar conditie. Hoewel de communicatie tussen werkneemster en IDC moeizaam verliep, kan haar geen verwijt worden gemaakt, gezien de aard van de ziekte en de beperkingen die zij daarvan ondervindt. Partijen zijn het erover eens dat re-integratie bij IDC niet meer aan de orde is, als gevolg van de verhuizing van het bedrijf van Hoofddorp naar Ameland. De kantonrechter is echter met werkneemster van oordeel dat deze verhuizing onvoldoende zwaarwegend is om de arbeidsovereenkomst op die grond te beëindigen. Re-integratie van werkneemster hoeft immers niet bij IDC plaats te vinden, maar kan ook elders gebeuren. Nu het verzoek verband houdt met de arbeidsongeschiktheid, wordt het verzoek afgewezen.