Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11 september 2012

werknemer/werkgever

Kantonrechter baseert ontbindingsvergoeding niet onverkort op het sociaal plan en brengt salaris dat tijdens de vrijstelling van werkzaamheden is betaald in mindering op de ontbindingsvergoeding. Geen grond voor doorbreking van het appelverbod

De arbeidsovereenkomst van werknemer is ontbonden. De kantonrechter heeft conform het sociaal plan een vergoeding toegekend op basis van de oude kantonrechtersformule met C=1,5 (zie AR 2011-0891). Thans stelt werknemer dat de kantonrechter buiten het toepassingsbereik van artikel 7:685 BW is getreden en het fundamentele beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, zodat het appelverbod wordt doorbroken. Werknemer heeft zonder succes een procedure ex artikel 31 Rv ingesteld. Volgens werknemer is de kantonrechter van het verkeerde brutobasissalaris uitgegaan voor de berekening van de vergoeding. Bovendien is deze vergoeding niet (onverkort) gebaseerd op het sociaal plan en is er op die vergoeding zonder gerechtvaardigde grond het salaris in mindering gebracht dat hem tijdens de vrijstelling van werkzaamheden door werkgever is uitbetaald.

Het hof oordeelt als volgt. Voor zover het sociaal plan niet goed zou zijn toegepast, kan er hooguit sprake zijn van een fout of motiveringsgebrek. Dit rechtvaardigt geen doorbreking van het appelverbod. Bovendien verschillen partijen onmiskenbaar van mening over de juiste hoogte van het brutosalaris van werknemer en komt de kantonrechter in meer algemene zin grote vrijheid toe bij de berekening en uiteindelijke vaststelling van de ontbindingsvergoeding. Het in mindering brengen op de vergoeding van salaris waar geen arbeidsprestatie van werknemer tegenover staat, is onderdeel van deze vrijheid. Werknemer heeft zowel in de eerdere schriftelijke ronden als tijdens de mondelinge behandeling de gelegenheid gehad gemotiveerd verweer te voeren. Het beginsel van hoor en wederhoor is niet geschonden. Het beroep wordt verworpen.