Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werkneemster
Rechtbank Rotterdam, 2 mei 2012
ECLI:NL:RBROT:2012:BY1519

werkgeefster/werkneemster

Ontbinding arbeidsovereenkomst bankmedewerkster die verdacht wordt van handel in aandelen met voorwetenschap. Werkneemster geeft ten onrechte geen openheid van zaken over de verdenking en het daarmee verband houdende onderzoek van de FIOD. Dringende reden

Werkneemster is sinds 2006 in dienst van werkgeefster, laatstelijk als Hoofd Acquisitie Preferred Banking. Werkneemster wordt verdacht van handel met voorwetenschap bij de handel in aandelen. Werkneemster is op non-actief gesteld. Thans verzoekt werkgeefster ontbinding wegens een dringende reden. Aangevoerd wordt dat ondanks een redelijke opdracht van werkgeefster om volledige informatie over de verdenking van handel met voorkennis en het daarmee verband houdende onderzoek van FIOD-ECD te verschaffen, werkneemster dit hardnekkig heeft geweigerd. Werkneemster heeft ook geen inzage willen geven in FIOD-stukken. Werkneemster is hierdoor als bankmedewerker het vertrouwen van werkgeefster onwaardig geworden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Gelet op de aard en de ernst van de verdenking van het strafbare feit was het verzoek aan werkneemster om alle benodigde informatie te verschaffen redelijk en was zij, mede gelet op de regels van werkgeefster met betrekking tot privébeleggingen, gehouden hieraan te voldoen. Anders dan werkneemster stelt, heeft zij geen openheid van zaken gegeven. Gelet op haar functie en het feit dat vijftien politiemensen van de FIOD haar woning hebben doorzocht en zijzelf drie dagen heeft vastgezeten, mag van werkneemster openheid verwacht worden. De weigering openheid van zaken te geven, komt geheel voor rekening van werkneemster. Volgt ontbinding wegens een dringende reden.