Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Achmea c.s., voorheen Interpolis
Hoge Raad, 21 december 2012
ECLI:NL:HR:2012:BY6949

werknemer/Achmea c.s., voorheen Interpolis

Onterecht gegeven ontslag op staande voet maakt de opzegging nog niet kennelijk onredelijk. Bewijslast dringende reden rust op werkgever, bewijslast kennelijke onredelijkheid op werknemer

Werknemer is op 1 september 1989 in dienst getreden van Interpolis, laatstelijk in de functie van regiomanager. Op 1 juni 2005 is werknemer met betaald verlof gestuurd, nadat een klacht over grensoverschrijdend gedrag en seksuele intimidatie was binnengekomen. Interpolis heeft een onderzoeksbureau ingeschakeld en werknemer op 22 juli 2005 op staande voet ontslagen op grond van de conclusies van onderzoeksresultaten. Werknemer heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van een dringende reden en vordert schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag alsook gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging. De kantonrechter heeft de vorderringen toegewezen. Het hof heeft de vordering inzake kennelijk onredelijk ontslag afgewezen, stellende dat werknemer onvoldoende heeft gesteld en bewezen dat de opzegging – met het wegvallen van de dringende reden – ook kennelijk onredelijk is. De onregelmatigheid houdt wel stand.

De A-G concludeert als volgt. Op de partij die de onredelijkheid van het ontslag stelt, rust in beginsel de bewijslast van de onredelijkheid. Dit geldt ook, indien zij ontkent dat de voor het ontslag gegeven reden aanwezig is. De enkele omstandigheid dat de dringende reden voor ontslag wegvalt, maakt het ontslag niet kennelijk onredelijk. Voor zover werknemer klaagt dat het hof ten onrechte voorbij is gegaan aan bewijsaanbod, mist de klacht feitelijke grondslag.

De Hoge Raad oordeelt als volgt. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81 lid 1 Wet RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.