Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Welzijn Veenendaal/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland, 9 januari 2013
ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8858

Stichting Welzijn Veenendaal/werknemer

Jongerenwerker weigert vrouwen de hand te schudden. Uiting van geloofsovertuiging. Begrenzing godsdienstvrijheid objectief gerechtvaardigd. Ontbinding arbeidsovereenkomst zonder toekenning vergoeding

Werknemer is sinds 2010 als jongerenwerker in dienst van Stichting Welzijn. In verband met zijn geloofsovertuiging weigert werknemer vrouwen de hand te schudden. Een gesprek heeft niet tot een oplossing geleid. Thans verzoekt Stichting Welzijn ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Gesteld wordt dat werknemer een voorbeeldfunctie heeft en dat zijn positie onhoudbaar is geworden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In februari 2012, na verlenging van de arbeidsovereenkomst, werd bekend dat werknemer weigert vrouwen de hand te schudden. Niet in geschil is dat de weigering om vrouwen de hand te schudden een uiting is van een geloofsovertuiging (zie ook Hof Den Haag 10 april 2012, AR 2012-0362). Godsdienstvrijheid, inhoudende ook de vrijheid om die godsdienst in het openbaar te belijden, is een grondrecht. Grondrechten zijn evenwel niet absoluut, maar (mogen) worden begrensd daar waar daarvoor een objectieve rechtvaardiging bestaat. Zoals het hof in voornoemde uitspraak heeft overwogen is het schudden van handen een in Nederland gebruikelijke, algemeen geaccepteerde (niet religieus beladen) begroetingsvorm. Net als het hof is de kantonrechter van oordeel dat weliswaar een andere wijze van begroeten eveneens respectvol zal kunnen zijn, maar dat het niet schudden van de (uitgestoken) hand – ook niet wanneer werknemer zijn motieven toelicht, zoals hij zegt te doen – in de Nederlandse samenleving als kwetsend en beledigend wordt ervaren, temeer wanneer daarbij een onderscheid naar sekse wordt gemaakt. Dat dit ook daadwerkelijk het geval is, blijkt wel uit de klachten die Stichting Welzijn heeft ontvangen over dit gedrag van werknemer. Stichting Welzijn hoeft vanwege de godsdienstvrijheid niet te accepteren dat werknemer met zijn gedrag – waarin hij heeft aangegeven geen verandering te willen brengen – belangrijke partners van Stichting Welzijn voor het hoofd stoot. Daarbij is van belang dat Stichting Welzijn als gesubsidieerde instelling poogt een positieve bijdrage te leveren aan de leefbaarheid in wijken met inzet van jongeren, ongeacht hun achtergrond of sekse. In dat kader is het begrijpelijk dat Stichting Welzijn hecht aan een correcte en neutrale opstelling van haar medewerkers die het visitekaartje van Stichting Welzijn vormen en in het geval van een jongerenwerker ook een voorbeeldfunctie voor de doelgroep vervult. Dat werknemer slechts sporadisch contact zou hebben met de partners wordt niet gevolgd. Volgt ontbinding zonder toekenning van een vergoeding.