Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werkneemster
Rechtbank Oost-Brabant, 17 januari 2013
ECLI:NL:RBOBR:2013:BY8455

werkgeefster/werkneemster

Topstylist overtreedt concurrentiebeding door eigen kappersbedrijf te beginnen. Verbeurde boete niet toewijsbaar vanwege geslaagd beroep op rechtsverwerking

Werkneemster is sinds 2009 in dienst als topstylist. In de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Na verkregen toestemming is de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen tegen 1 augustus 2011 opgezegd. Werkneemster heeft het concurrentiebeding overtreden door binnen een half jaar na het einde van het dienstverband een eigen kappersbedrijf te beginnen. Partijen verschillen van mening of de verbeurde boete toewijsbaar is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het beroep van werkneemster op rechtsverwerking slaagt. Gebleken is dat werkgeefster met werkneemster heeft gesproken over haar voornemen tot vestiging van een kappersbedrijf aan haar woonadres en dat werkgeefster daar geen bezwaar tegen gemaakt heeft. Zelfs toen werkgeefster er naar eigen zeggen in januari 2012 achter kwam dat werkneemster actief klanten van haar benaderde zodat zij een groot deel van de omzet misliep, heeft zij werkneemster niet aangesproken op overtreding van het concurrentiebeding. Werkgeefster heeft derhalve stilgezeten op momenten dat van haar actie had mogen worden verwacht. Pas vier maanden na verstrijken van de looptijd van het concurrentiebeding heeft werkgeefster voor het eerst werkneemster aangeschreven op overtreding van het concurrentiebeding. Werkneemster heeft hierdoor geen maatregelen kunnen treffen om overtreding van het concurrentiebeding te stoppen om zodoende de te verbeuren boete te beperken. Van belang is dat werkgeefster geen valide reden heeft gegeven om werkneemster pas zo laat over de overtreding van het concurrentiebeding aan te schrijven. Volgt afwijzing van de vordering.