werknemer/Hajenius B.V.

Werknemer (55 jaar) is sinds 1997 in dienst van Hajenius als shopmanager. Na verkregen toestemming is de arbeidsovereenkomst, zonder inachtneming van de juiste opzegtermijn, wegens bedrijfseconomische redenen opgezegd. Werknemer stelt dat het ontslag op grond van het gevolgencriterium kennelijk onredelijk is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voldoende aannemelijk is dat de gevolgen van de beëindiging voor werknemer ernstig waren; zijn positie op de arbeidsmarkt ten tijde van de opzegging was bepaald niet gunstig te noemen, gezien enerzijds zijn leeftijd (54 jaar) en anderzijds zijn gedurende langere tijd eenzijdige werkervaring (veertien jaar). Hajenius heeft niets gedaan om de gevolgen van het ontslag te verzachten (er is zelfs tegen een te korte termijn opgezegd), er is niet gesproken over herplaatsing, er is geen scholing of outplacement aangeboden en werknemer is niet ontheven van het van toepassing zijnde concurrentiebeding. Het ontslag is derhalve kennelijk onredelijk. Ten tijde van de opzegging leek het op basis van algemeen bekende statistische gegevens redelijk te verwachten dat werknemer ten minste een jaar nodig zou hebben om elders een baan te vinden, in welke periode hij zou terugvallen op een WW-uitkering en dus op 75/70% van zijn laatstgenoten loon. Het verschil tussen het loon van werknemer bij Hajenius en een (eventuele) WW-uitkering is € 12.500 bruto per jaar. De gemiste pensioenopbouw over een jaar wordt op een bedrag van € 2.000 bruto geschat. De schadevergoeding bedraagt derhalve in totaal € 14.500 bruto.