Rechtspraak
werknemer/Synthon Holding B.V.
Werknemer is als CEO in dienst van Synthon. Partijen zijn op 12 september 2012 een vaststellingsovereenkomst overeengekomen. Bepaald is dat de arbeidsovereenkomst met ingang van 31 december 2012 met wederzijds goedvinden eindigt. Op 7 december 2012 is werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij een arbeidsovereenkomst getekend zou hebben waarbij in strijd met de regels aandelen zijn toegekend en aan een andere collega, zonder overleg, een zeer forse salaris- en bonusverhoging zou hebben toegekend. Synthon beroept zich op de vernietigbaarheid van de vaststellingsovereenkomst wegens dwaling.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De door Synthon aan het beroep op dwaling ten grondslag gelegde feitencomplex en gronden zijn exact dezelfde als die door haar aan het ontslag op staande voet ten grondslag zijn gelegd. Het onvoorwaardelijk toekennen van aandelen in de arbeidsovereenkomst, is onvoldoende grond voor ontslag op staande voet. De arbeidsovereenkomst met de betrokken werknemer is inmiddels beëindigd, zodat hij geen aanspraak meer kan maken op de aandelen. Bovendien zijn ook het hoofd HR en het hoofd Juridische zaken bij de onderhandelingen betrokken geweest. De salaris- en bonusverhoging is niet door werknemer toegekend, maar door de leidinggevende van de betreffende werkneemster. Ook dit kan niet worden aangemerkt als een dringende reden voor ontslag op staande voet. Het beroep van Synthon op vernietiging van de beëindigingsovereenkomst op grond van dwaling faalt.