Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Oost-Nederland, 23 januari 2013
ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0922

werknemer/werkgever

Loondoorbetalingsverplichting tijdens derde ziektejaar (loonsanctie) bedraagt 70% van het loon. Geen wettelijke grondslag voor verplichting werkgever om dezelfde aanvulling op de wettelijke loondoorbetalingsverplichting te blijven betalen als tijdens het tweede ziektejaar

Werknemer is werkzaam als monteur en sinds 2010 arbeidsongeschikt. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor het Installatiebedrijf van toepassing. Op grond van de cao is de werkgever bij arbeidsongeschiktheid gehouden gedurende de eerste zes maanden 100% van het loon door te betalen en gedurende de volgende achttien maanden 90% van het loon. Werkgever heeft vanaf de uitval van werknemer het loon onveranderd volledig doorbetaald. Aan werkgever is door het UWV een loonsanctie opgelegd, vanwege het niet voldoen aan de re-integratieverplichtingen. Kern van het geschil is de vraag hoe hoog de loondoorbetalingsverplichting tijdens het derde ziektejaar is.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat een werkgever verplicht is tijdens het verlengde tijdvak ofwel tijdens het derde ziektejaar dezelfde aanvulling op de wettelijke doorbetalingsverplichting te blijven betalen als tijdens het tweede ziektejaar is niet in artikel 7:629 BW of artikel 25 lid 9 WIA te lezen. Daarvoor is evenmin in de wetsgeschiedenis bij die bepalingen een aanknopingspunt te vinden. In de wet is bepaald dat de wettelijke doorbetalingsverplichting wordt verlengd en die verplichting bedraagt krachtens lid 1 van artikel 7:629 BW 70% van het loon. Het moet er dan ook voor gehouden worden dat de artikelen 7:629 BW en 25 WIA de werkgever niet tot meer verplichten dan doorbetaling van 70% van het loon. Onder bijzondere omstandigheden kan het voorgaande in strijd met het goed werkgeverschap komen indien de werkgever tijdens het verlengde tijdvak slechts 70% van het loon betaalt, bijvoorbeeld indien de werknemer als gevolg van die verlenging financieel nadeel ondervindt. Dat zulks aan de orde is, is echter niet door werknemer gesteld en evenmin anderszins gebleken.