Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19 februari 2013
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2243
APG Algemene Pensioen Groep/werknemer
Werknemer is op 1 januari 1996 bij APG in dienst getreden. Op 22 februari 2007 heeft APG aan werknemer een leaseauto ter beschikking gesteld. De voorwaarden, die APG ter zake van de leaseauto hanteert, zijn neergelegd in de Leaseregeling APG en Loyalis N.V. In deze leaseregeling staat opgenomen dat indien sprake is van schade als gevolg van schuld, opzet of grove roekeloosheid, de werknemer alle schade dient te vergoeden. Op 13 november 2009 is de auto van werknemer gestolen, nadat hij in de voordeur van de woning zijn sleutelbos had laten zitten, terwijl hij de hond aan het wassen was. In eerste aanleg heeft APG gevorderd dat de kantonrechter voor recht zal verklaren dat werknemer jegens APG aansprakelijk is voor de schade als gevolg van de diefstal van de aan werknemer ter beschikking gestelde leaseauto en werknemer zal veroordelen om aan APG te voldoen € 11.453,55, te vermeerderen met de wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten, de kosten van deze procedure en de nakosten. Aan deze vordering heeft APG primair ten grondslag gelegd dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming c.q. onrechtmatige daad van werknemer jegens APG, subsidiair dat werknemer ten opzichte van APG artikel 7:661 BW heeft geschonden en meer subsidiair dat werknemer ten opzichte van APG artikel 7:611 BW heeft geschonden. Werknemer heeft, door de autosleutels van de aan hem toevertrouwde leaseauto onbeheerd achter te laten in het slot van de voordeur van de woning van een vriend, terwijl de leaseauto zich op enkele meters van deze voordeur bevond, gehandeld met grove roekeloosheid, en in strijd met zijn verplichting om als een goed huisvader met de leaseauto om te gaan, aldus APG.
Het hof oordeelt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat artikel 7:661 lid 1 BW naar de letter toepassing mist, omdat de diefstal van de leaseauto buiten werktijd heeft plaatsgevonden. Werknemer stelt dat het artikel naar analogie op de onderhavige situatie dient te worden toegepast. Het hof acht gelet op de specifieke omstandigheden van het geval in het onderhavige geval een zodanig verband tussen de diefstal van de (lease)auto en de arbeidsovereenkomst aanwezig dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn indien werknemer zich niet naar analogie op artikel 7:661 lid 1 BW zou kunnen beroepen. Het hof zal artikel 7:661 lid 1 BW daarom naar analogie toepassen, in dier voege dat APG werknemer slechts tot vergoeding van schade, toegebracht aan de leaseauto tijdens privégebruik daarvan, kan aanspreken, indien die schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van werknemer. Daarvan is geen sprake.