Naar boven ↑

Rechtspraak

Kabel Bedrijven Draka Nederland B.V./FNV Bondgenoten
Rechtbank Noord-Nederland, 19 februari 2013
ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ2360

Kabel Bedrijven Draka Nederland B.V./FNV Bondgenoten

Stakingsrecht. FNV is niet overtuigd van noodzaak tot reorganisatie bij Draka en wordt niet bij overleg over reorganisatie betrokken. Er is sprake van een belangengeschil, dat naar zijn aard niet een geschil is over een recht. Vredesplicht niet van toepassing. Staking wordt ingezet als ultimum remedium

Nadat bij een eerdere reorganisatie bij de fabrieksvestiging van Draka in Emmen zeven arbeidsplaatsen zijn vervallen, is in 2012 een tweede reorganisatie aangekondigd. FNV stelt dat er wederom ten onrechte geen overleg met de bonden is geweest. De OR heeft op 11 februari 2013 geadviseerd om tot een betere benutting van de capaciteit van de fabriek, en daarmee kostenbesparing, te komen. FNV verenigt zich met de maatregelen die de OR voorstelt en heeft drie eisen gesteld waaraan moet worden voldaan om een aangezegde staking af te wenden. De eisen strekken ertoe dat Draka per direct in overleg treedt met de bond over ‘nut en noodzaak van de bezuinigingsdoelstellingen’ en dat Draka de aankondiging van gedwongen ontslagen intrekt. Draka vordert, kort gezegd, FNV te verbieden een staking te organiseren.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. In de eerste plaats stelt Draka dat de FNV niet het stakingsrecht toekomt dat in artikel 6 lid 4 ESH is geconstitueerd. Draka meent dat er geen sprake is van een belangengeschil dat door collectief onderhandelen zou kunnen worden opgelost omdat er in wezen sprake van is dat de FNV opnieuw wil onderhandelen over het reeds met de FNV overeengekomen sociaal plan en omdat de FNV over de uitvoering van de reorganisatie bij de rechter kan procederen. Draka ziet er echter aan voorbij dat de FNV van meet af aan kenbaar heeft gemaakt dat zij niet overtuigd is van de noodzaak om te reorganiseren in de zin als voorgenomen door Draka. Door vast te houden aan de reorganisatie, is niet voldaan aan de eisen die de FNV stelt en die ertoe strekken het belang van haar leden bij het behoud van alle banen te behartigen. Daarmee is er sprake van een belangenconflict, dat naar zijn aard niet een geschil is over een recht. In de tweede plaats stelt Draka dat niet voldaan wordt aan het vereiste van artikel 6 lid 4 ESH dat het stakingsrecht niet een verplichting uit hoofde van een reeds eerder gesloten collectieve arbeidsovereenkomst in de weg mag staan. Er is volgens Draka sprake van een vredesplicht. Geoordeeld wordt dat de vredesplicht in de onderhavige situatie van toepassing is.

Draka stelt verder dat de staking niet is ingezet als ultimum remedium aangezien de staking voorbarig is, omdat er nog geen duidelijkheid is over aard en inhoud en over de uitvoering van de door de OR aangedragen alternatieven. Draka wil onder het personeel polsen of er bereidheid is om met een financiële regeling af te vloeien en of daar voldoende budget voor is. Geoordeeld wordt dat op grond van de voorliggende omstandigheden niet valt in te zien dat de staking voorbarig is en dat deze voor Draka als een verrassing komt. Draka heeft aanstonds na de mededeling aan de FNV over de voorgenomen reorganisatie, het hele personeel meegedeeld dat er gereorganiseerd wordt en dat daarbij, naast het niet meer inzetten van uitzendkrachten, veertien tot zestien personen moeten afvloeien. Daarbij is geen voorbehoud gemaakt in die zin dat er nog slechts sprake is van een voorlopige visie, terwijl Draka tot op heden vasthoudt aan het voornemen tot reorganisatie in voormelde zin. Slechts over de wijze waarop wordt afgevloeid is met haar te spreken. Tot zeer recent bovendien uitsluitend met de OR, terwijl de FNV werd voorgehouden dat zij haar rol al had gespeeld bij het afsluiten van het sociaal plan. Ten slotte zij vermeld dat de FNV een eigen rol heeft en dat alle beperkingen die Draka afleidt uit de rol van de OR, onder meer door te stellen dat er nog geen besluit is genomen op het advies van de OR, daardoor doel missen. Volgt afwijzing van de vorderingen.