Rechtspraak
Rechtbank Oost-Nederland, 28 februari 2013
ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2921
werknemer c.s./Alfa & Ariss B.V.
Werknemer is oprichter van Alfa & Ariss en heeft deze onderneming op 1 april 2011 verkocht aan Vasco. Vanaf die datum is werknemer als Manager R&D in dienst getreden van Alfa & Ariss. In de arbeidsovereenkomst en koopovereenkomst is een concurrentiebeding overeengekomen. Werknemer heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd. Thans vordert werknemer schorsing van het concurrentiebeding in de koop- en arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt dat sprake is van subjectieve cumulatie. Is dit geval is het vanuit proceseconomisch standpunt wenselijk dat de vorderingen door één rechter worden behandeld, zodat de rechter zich (ondanks de forumkeuze in de koopovereenkomst voor de Rechtbank Amsterdam) bevoegd verklaart. Ten aanzien van het concurrentiebeding wordt geoordeeld dat het beding meer het karakter heeft van een relatiebeding. Een dergelijk beding legt minder beperkingen op dan een ‘echt’ concurrentiebeding en daarom past grotere terughoudendheid om de werking van een relatiebeding te schorsen. Werknemer wordt door een handhaving weliswaar benadeeld, maar niet op een onbillijke wijze. Hij heeft ‘zijn’ onderneming verkocht en in het kader daarvan heeft hij zich verbonden Alfa & Ariss tot 1 april 2015 geen concurrentie aan te doen. De gevorderde schorsing wordt afgewezen. Ook de vordering van werknemer gebaseerd op artikel 7:653 lid 4 BW wordt afgewezen, omdat (a) werknemer zelf de arbeidsovereenkomst met Alfa & Ariss heeft opgezegd en (b) niet door hem is toegelicht waarom hij door de handhaving van het beding ernstig nadeel ondervindt.