Rechtspraak
werkgever/werknemer
Werknemer en werkgever hebben op 1 december 2008 een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar getekend, op grond waarvan werknemer met ingang van 5 januari 2009 bij werkgever in dienst treedt in de functie van beveiliger in opleiding. Werknemer heeft vanaf 5 januari 2009 steeds loon ontvangen van Apollo Personeelsdiensten B.V. te Heerenveen. Werknemer stelt zich op het standpunt dat hij te weinig loon heeft ontvangen en vordert dit van werkgever. Werkgever stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst die partijen op 1 december 2008 hadden gesloten, is beëindigd en vervangen met een payrollovereenkomst met Apollo. De kantonrechter heeft het verweer van werkgever verworpen. In hoger beroep stelt de werkgever dat hem een beroep toekwam op het proeftijdbeding.
Het hof oordeelt als volgt. Het hof overweegt daarbij dat gelet op het in de overeenkomst opgenomen proeftijdbeding werkgever gedurende tot twee maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst de arbeidsovereenkomst zonder meer kon beëindigen, en derhalve ook voor de aanvang van de arbeidsovereenkomst (vgl. Van der Grinten, Arbeidsovereenkomstenrecht, 23e druk, § 27.3 en de aldaar onder noot 24 aangehaalde jurisprudentie). Werkgever wordt de bewijsopdracht verstrekt aan te tonen dat hij daadwerkelijk de arbeidsovereenkomst op 1 december 2008 heeft opgezegd. Mocht dit niet het geval zijn, dan is werkgever gehouden het verschil tussen het ontvangen loon bij de payrollwerkgever en het cao-loon aan werknemer verschuldigd, te vergoeden.