werkneemster/Stichting Kasteel van Valkenburg

Werkneemster is op 1 april 2010 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van een jaar in dienst getreden van de stichting. De arbeidsovereenkomst is tweemaal voor de periode van een jaar verlengd. Laatstelijk is zij werkzaam als bedrijfsleidster. De stichting heeft kenbaar gemaakt de arbeidsovereenkomst per 1 april 2013 niet te willen verlengen. Werkneemster stelt dat de stichting heeft toegezegd dat bij goed functioneren een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zal worden overeengekomen. Volgens werkneemster blijkt uit het feit dat de arbeidsovereenkomst telkenmale is verlengd en haar salaris elke keer substantieel is verhoogd, dat er sprake is van goed functioneren in de drie voorgaande jaren. Gelet op de toezegging die de stichting jegens haar heeft gedaan, is de onderhavige overeenkomst per 1 april 2013 overgegaan in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, op grond waarvan de stichting gehouden is het aan werkneemster toekomend loon aan haar te betalen. De stichting betwist het standpunt van werkneemster.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In de advertentietekst voor de vacature destijds wordt nog duidelijk gesproken over een tijdelijke functie. Vervolgens doet de stichting wél min of meer een toezegging – althans de brief van de stichting van 28 maart 2011 wekt ten minste die verwachting – maar dan met de clausule ‘bij goed functioneren’. Of daarvan sprake is geweest, is in het kader van deze procedure niet vast te stellen, omdat partijen daarover uiteenlopende standpunten innemen. Uit het feit dat werkneemster een aantal malen een salarisverhoging heeft gehad, mag niet worden afgeleid dat daarmee vaststaat dat zij goed heeft gefunctioneerd gelet op het verslag van het laatste functioneringsgesprek. Werkneemster zal haar standpunt dienen te bewijzen. Voor een uitgebreid onderzoek naar de feiten en het leveren van (getuigen)bewijs is in deze kortgedingprocedure echter geen ruimte. Volgt afwijzing van de vorderingen.